van waaruit de gracht kon worden bestreken, te neutraliseren.
De verdedigers konden thans ieder ogenblik de storm verwachten.
De grote bressen hadden zij reeds voorheen opgemaakt met boom
stammen, benevens brandhout, steenkolen en brandbare stoffen, en
de 2oe staken zij hierin de brand aan de linker bres, die het meest
bedreigd scheen, om het beklimmen te bemoeilijken. In de morgen
van de 21 e begon voor het laatst het artillerievuurbij het invallen
van de duisternis werden de 'sorties' geopend en uit alle macht
begonnen aan de galerijen. Zes honderd vrijwilligers, twaalf per
bataljon, waren hiertoe bestemd. Op twee plaatsen waren 'riolen'
in de contrescarp gemaakt om, voor het geval dat de vijand nog
water in de gracht kon brengen, dit te laten aflopen. Des morgens
waren twee dammen tot aan de overzijde gevorderd; twee andere
slechts halverwege, doordat er op zeker ogenblik gebrek aan fascines
ontstond. De verdedigers hadden eerst laat onraad bemerkt, en
zodoende had men aan de rechter attaque niet meer dan 20 man
verloren 1). Bij de linker was per ongeluk een musket afgegaan,
waarop de vijand onmiddellijk een hevig vuur opende, dat de aan
vallers 128 doden en gewonden bezorgde. Verder wierpen de ver
dedigers veel met stenen, die echter weinig schade aanrichtten. In
allen gevalle was de toestand van dien aard, dat in de eerstvolgende
nacht de galerijen geheel voltooid zouden zijn en de vesting storm-
rijp.
Of de storm gelukt zou zijn, is uit de aard der zaak niet te voor
spellen, doch Boufflers wilde stad en garnizoen niet aan het risico
van een stormenderhandse inneming blootstellen. Veeleer verkoos
hij de verdediging in de citadel voort te zetten. Wel waren nog
retranchementen in de keel der aangevallen bastions aangebracht,
doch zij waren blijkbaar niet van dien aard dat men lijf en goed van
bezetting en burgerij afhankelijk mocht stellen van het behoud dezer
povere werken 2).
Des middags vier uur van de 22e October liet de maarschalk de
chamade slaan. Gijzelaars werden uitgewisseld, en in de morgen van
de volgende dag was men het eens geworden over de voorwaarden
der capitulatie. Reeds des middags werd de Magdalenapoort met het
voorliggende ravelijn aan de overwinnaars ingeruimd.
Er werden twee capitulaties gesloten: één voor het garnizoen,
getekend door Eugenius van Savoye en Boufflers, een tweede
389
Campagne de Lille 73-75:Sautai chap. XXI.
2) Men liet het zelden of nooit op een verdediging der retranchementen aankomen. Meestal be
zaten zij, bij gebrek aan ruimte, geen flankement. Ook Landsberg hecht er weinig waarde aan:
Nouv. Mane p. 7.