zwaarste werk immers moest nog beginnenhet passeren van de
ravelijnsgracht en die van de hoofdwal, en het bresschieten. En van
de batterijen op de tweede contrescarp was de 8e nog slechts onge
veer de helft in stelling. Aan levensmiddelen was in de citadel nog
geen ernstig gebrek, en aan munitie werd er bij de overgave nog
2o ooo pond gevonden. Evenmin kunnen de verliezen aan manschap
pen groot zijn geweest. Niettemin laat Boufflers de 8e December
om 7 uur 's morgens de chamade slaan. Dat hij hiertoe overging was
te danken aan de omstandigheid, dat hij in elk geval wilde voor
komen dat het garnizoen krijgsgevangen zou worden. In deze zin
luidden de laatste instructies van de koning, welke hij enkele dagen
tevoren had ontvangen 1). Hoewel de overgave in eenstemmigheid
met alle onderbevelhebbers geschiedde, mag men toch de vraag
stellen, of Boufflers ook in een later stadium geen eervolle capi
tulatie had kunnen bedingen, en of de zorg voor het behoud van het
garnizoen niet wat te groot is geweest. Landsberg is althans van
deze mening; volgens hem heeft men de citadel cadeau gegeven.
Eugenius schat de tijd, welke nog nodig geweest zou zijn voor het
in stelling brengen der nog resterende artillerie, het maken van de
afdalingen naar de grachten, het laten aflopen van het grachtwater,
het leggen van de dam en het bresschieten op 12 a 14 dagen2).
De vraag is hierom van belang, omdat het de Fransen er alles aan
gelegen moest zijn, de veldtocht zo lang mogelijk in de winter te
rekken, en aldus te voorkomen dat de tegenpartij nog een beleg
van Gent zou ten uitvoer brengen. Dit laatste wordt geïllustreerd
door het feit, dat juist toen Gent capituleerde, de beruchte strenge
winter van 1708 op '09 inviel.
De onderhandelingen hielden vrij lang aan, doch de 9e was men
het eens over de voorwaarden en werd de capitulatie getekend. De
bezetting trok met alle krijgseer uit, met medeneming van 6 kanon
nen en 4 mortieren.
Het beleg had dus nog rijkelijk lang 40 dagen geduurd, wat
vooral te wijten is aan het feit, dat de geallieerde artillerie heeft
gezwegen, en de belegeraars de langzame en veilige weg van het
sapperen hebben gekozen boven bloedige bestormingen.
De verliezen vinden wij aan geen van beide kanten opgegeven;
aan Franse zijde was Surville zwaar gewondaan onze kant sneuvel
den, behalve de luitenant-kolonel May, twee ingenieurs en werden
er twee gewond. In de citadel vonden de overwinnaars 89 kanonnen,
16 mortieren, 4000 snaphanen, i^oo musketten, 300 stuks 'kort
397
x) De brief van de koning van i December bij Sautai p. 319.
2) Eugenius a. d. Keizer 10 December (Feldzüge X, Suppl1 p. 383). Landsberg, Nouv. Manièrep. 39.