Hessen met de Nederlandse en Deense cavalerie; na deze met grote spoed de infanterie. De geestdrift, waarmee de ruiters en soldaten over de bruggen marcheerden, herinnerde aan de overtocht bij Oudenaarde op de ne Juli1). De rechtervleugel volgde enige tijd later. Het naaste vijandelijke kwartier was dat van Berchem, waar Souternon lag met drie of vier bataljons en 10 eskadrons. In de voorafgegane namiddag en avond had deze generaal verscheidene berichten ontvangen aangaande de nadering van vijandelijke co lonnes; hij had Vendome gewaarschuwd, en was de gehele nacht in het zadel gebleven. Niettemin verraste hem de overtocht; hij had haar bij Peteghem verwacht. Op het bericht ervan rukte hij aanstonds met zijn detachement uit. Nabij het overgangspunt ge komen, trof hij op de Oostelijke oever reeds vijandelijke strijd krachten aan, die hij schatte op ongeveer 10 bataljons en 10 eska drons. Van zijn standplaats waren zij gescheiden door een inundatie in de uiterwaard; dientengevolge was een aanval slechts mogelijk door een flankmars te maken langs de rivier, op zeer korte afstand van de vijandelijke artillerie, die op de dominerende Westelijke oever reeds in stelling stond. Souternon stond dus voor een moeilijke beslissing, die zonder uitstel moest worden genomen; de vijand toch werd ieder ogenblik sterker. Anderzijds was hier de enige kans om de overtocht nog in de kiem te doen mislukken. Hij raadpleegde zijn officieren: slechts één, een Spanjaard, durfde de aanval aan te raden, overigens viel het advies, als gewoonlijk bij dergelijke raadplegingen, naar de voor zichtige kant uit. Hij besloot tot de terugtocht naar Escanaffles, zond zijn bagage daarheen, en posteerde tot dekking van zijn terugtocht een deel zijner infanterie in de heggen van Berchem. Tevens verzocht hij Nangis, zich bij hem aan te sluiten. Deze stond met 9 bataljons bij Melden, tegenover Peteghem, doch zag geen mogelijkheid, aan deze opdracht te voldoen, hetzij wegens terreinmoeilijkheden, hetzij doordat de weg reeds door de inmiddels doorgedrongen geallieerde strijdkrachten was versperd. Hij trok derhalve, op aanwijzing van Souternon, terug op de stelling van Hautefort tegenover Ouden aarde. Souternon zelf volbracht met geringe verliezen zijn terug tocht over het riviertje de Ronne en sloot zich te Escanaffles aan bij het detachement van Chastre. De overtocht was thans geheel vrij voor het leger van Marlborough, dat in betrekkelijk korte tijd x) 'Relation du passage de l'Escaut etc.', d.Sevenhoven, correspondent van Obdam in het leger (Archief Wassenaar, Twickel). 411

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1959 | | pagina 443