regimenten cavalerie en 400 grenadiers, die, waar de gelegenheid
zich aanbood, in défilé's stand hielden, dekte de aftocht, waarbij
zij niettemin enige charges van de achtervolgende ruiterij had te
weerstaan. Omstreeks drie uur des namiddags staakten de geallieer
den, zelf zeer vermoeid door de voorafgegane marsen, de achter
volging, en keerden zij naar de hoogten bij Oudenaarde terug, waar
de verenigde troepen de nacht doorbrachten. Zij hadden twee
standaarden, een paar keteltrommen en vrij veel bagage, welke in
het kamp voor Oudenaarde was achtergelaten, buit gemaakt.
Een bij de Staten-Generaal ingediende lijst van de gevangenen
bevat de namen van 42 officieren; het aantal gevangen ruiters en
soldaten bedroeg 622, waarvan 66 gewonden. Hiervan behoren
resp. 206 en 138 man tot de infanterieregimenten Bourbon en
Luxembourg, beide van het korps van Hautefort. Voorts blijkt
van de cavalerie van Souternon een drietal regimenten slaags te
zijn geweest (CondÈ, Beringen en Brabant); van Hautefort's
cavalerie voornamelijk de regimenten Royal-Rousillon, Tarente
en UzÈs en de dragonders van WassÉ en PouriÈres. Van beide
laatstgenoemde regimenten blijkt niet tot welk korps zij hebben
behoord. Het aantal doden aan 's vijands kant schatte men op 100
a 200. De geallieerden telden een honderdtal doden en gewonden,
voornamelijk bij de Nederlandse cavalerie, die aan het hoofd was
geweest, en meermalen onder het vuur van in de heggen geposteerde
infanterie was gekomen. De brigadier Baldwin kreeg een geweer
schot door het lichaamvan Albemarle en Maurits van Nassau-
La Leck werden de paarden gewond x).
Even gemakkelijk als het hoofdleger, kwam het korps van
Lottum over de Schelde. Het wedervaren van dit korps is uitvoerig
beschreven in Goslinga's mémoires.
Het bestond nagenoeg geheel uit troepen van de Staat of op soldij
van de Staat, en tal van de flinkste Nederlandse generaals, mannen
als Dompré, Grovestins, Chanclos, Athlone, waren er bij aan
wezig. Goslinga vergezelde het daarom als gedeputeerde, en stelde
zich veel voor van de ophanden gebeurtenissen, evenals het gehele
leger in vaste mening, dat een grote veldslag aanstaande was.
Chanclos, als gouverneur van Oudenaarde grondig bekend met de
streek, opperde nog in het kamp van Harelbeke het plan om aan
stonds na de overgang bij Gavere tegen het Franse kamp voor Ouden-
1) Eur. Mere. 1709, 112 vlg.'Relation' van Sevenhoven, (Twickel); Schulenburg p. 371-378 5
Campagne de Lille 87-91 Taylor II, 142-14^; Staat van de Franse verliezen in St.Gl. 8224. Tilly
a. d. St.Gl. 27 Nov. (St.Gl. 302ia, id. in Eur. Mere. 110).
413