Nog beraadslaagde men hierover, toen een van Marlborough's
adjudanten de tijding bracht van de voorspoedige overgang bij Kerk-
hove en tevens de order om naar Oudenaarde op te rukken. Het was
toen reeds omstreeks of kort na de middag. Nu elders dus alle gevaar
was geweken, probeerde Goslinga met de vasthoudendheid, zijn
landaard eigen, nog eens, de aanval op het Franse korps door te
zetten, doch leed wederom schipbreuk op de bezwaren, waarop hij
reeds twee keer was gestrand. Voor Oudenaarde aangekomen, vond
men daar de beide veldheren, en alle actie geëindigd. Het korps
van Lottum had dus slechts een zeer ondergeschikte rol gespeeld
in de succesvolle overgang over de Schelde, die tevens de bevrijding
van het leger uit een benarde positie betekende. Dat Goslinga, en
ook de generaals van Lottums korps, teleurgesteld waren, is be
grijpelijk, ook al moeten wij de weinig verheven motieven, welke de
gedeputeerde Marlborough en zijn collega's toeschrijft, voor zijn
eigen rekening laten. Wat Marlborough's handelwijze aangaat,
is het moeilijk, een oordeel te vellen. Goslinga voelde haar in elk
geval aan als onoprecht.
Vraagt men, of de aan Lottum gegeven bevelen op zich zelf juist
waren, dan zal het antwoord niet anders dan bevestigend kunnen
luiden. Het doel, waarmee het detachement werd uitgezonden, kan
niet in de eerste plaats geweest zijn, in te grijpen in een op de
Oostelijke Schelde-oever te leveren slag; hiertoe lag het overgangs
punt te Noordelijk en was de verbinding met de hoofdmacht te
onzeker. Marlborough's leger, versterkt met het detachement
van Eugenius, was ruimschoots toereikend om VendÖme het hoofd
te bieden. Veeleer zal het doel zijn geweest, indien de overgang
elders mocht mislukken, bij Gavere een versterkt bruggehoofd te
bezitten, van waaruit men alsnog tot ontzet van Brussel kon over-
gaan. En voorts, het oprukken van vijandelijke strijdkrachten uit
Gent naar de Boven-Schelde te beletten. In deze gedachtengang paste
geen oprukken naar Oudenaarde zonder de wetenschap, dat de
overgang bij Berchem en Escanafïles was geslaagd. Integendeel,
hieraan was het gevaar verbonden, dat Lottum tussen Hautefort
ener- en de met grote waarschijnlijkheid uit Gent te verwachten
troepen anderzijds (het detachement van d'Estrades had ook veel
sterker kunnen zijn dan het inderdaad was) tussen twee vuren en,
mocht het bruggehoofd bij Gavere verloren gaan, in grote
moeilijkheden zou geraken. Dat Marlborough voor het plan
van Chanclos en Goslinga weinig voelde, kan men hem
derhalve niet ten kwade duiden, hoe verklaarbaar het ook zij,
dat de krijgshaftige Goslinga en de Staatse generaals de hun
O
416