richten. Het zou de laatste poging zijn om de veldtocht nog ten voordele der Franse wapenen te doen eindigen. Het plan was goed doordacht, doch vereiste de goedkeuring van de koning, en eer deze was verkregen waren de omstandigheden veranderd. Vendome's opzet berustte n.l. op de verzwakking van de legers te Rijssel en Rousselaere door velerlei detachementen; sinds de 23e nu kwamen aan Franse zijde berichten binnen over het aantrekken dier detache menten bij de twee geallieerde legers, weldra gevolgd door aan wijzingen van een mars naar de Lys. Daar verband tussen deze be wegingen en het beleg van Brussel voor de hand lag, vermoedde men al spoedig dat het een poging tot forceren van de Schelde zou gelden1). Voor de verdediging der rivier waren £4 bataljons en 1 2 g eska drons beschikbaar. Van de bereden troepen lagen 90 eskadrons in het kamp van Saulchoi, 10 te Berchem onder Souternon, 2g tegenover Oudenaarde onder Hautefort. De infanterie in het kamp van Saulchoi, welke met de daar aanwezige ruiterij de eigen lijke mobiele reserve moest vormen, telde niet meer dan 27 batal jons. In de morgen van de 26e werd hiervan een brigade naar Pottes gezonden, en 9 bataljons aan Souternon toegevoegd, die hen naar Melder dirigeerde. De verdeling der troepen was toen, behalve het garnizoen van Doornik, als volgt Saulchoi Bourgondië (Vendóme) 13 bataljons 90 eskadrons Pottes Guébriant Escanaffles Chastre 5 Berchem Souternon 3 Melden Nangis 9 Bij Oudenaarde Hautefort 25 Ten Noorden van Oudenaarde stonden geen troepen. La Mothe kreeg de 2 ge opdracht, deze gaping door een detachement te doen opvullen, waaraan hij gevolg gaf door het reeds genoemde zwakke korps onder d'Estrades te zenden, dat enige uren na Lottums overtocht bij Gavere verscheen 2). Wij zien dus dat de gehele verdedigende macht in zwakke, aan de rivier geplaatste groepen is opgelost, met een mobiele reserve, voornamelijk van bereden troepen, op de uiterste linkervleugel, waar zij daargelaten dat zodanige opstelling in beginsel verkeerd is het minst nodig was. 10 10 14 Pelet 139 vlg., 142 vlg. Reeds sinds 21 Nov. was Grimaldi te Brugge op de hoogte met het plan der geallieerden, en waarschuwde hij Bourgondië. (Murray IV-346). 2) Staat van de Franse troepen aan de Schelde sinds 17 September bij Quincy V-^86. De in de tekst voorkomende dislocatie is die vlg. Taylor II-328. De opdracht aan La Mothe: Pelet 144. De sterkte van het detachement van Hautefort wordt zeer verschillend opgegeven; vlg. Tilly 19 bat8 en 16 esk8. 418

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1959 | | pagina 450