tafereel op van de toestand der werken. Die aan de St. Pieterspoort
beschrijft hij als 'une enveloppe de terre mal entendue, sans aucune
défense intérieure ni extérieure, trés aisée a être emportée, sa plus
grande force ne consistant qu'en palissades redoublées, un chemin
couvert mal construit, vu de tous cótés, et entièrement insouten-
able, ou les ennemis auraient force surement la garnison
Aannemelijk is echter, dat de stad niet voor een beleg van enigs
zins lange duur was toegerust, met name dat er daartoe te weinig
artillerie was, en eveneens gebrek aan artilleristen, vuurwerkers,
mineurs, geweren en vuurstenen. Op actieve medewerking van de
zijde der burgerij viel niet te rekenen, en de Spaanse regimenten,
welke onder bevel stonden van de luit.-generaal Capres, vertrouwde
men niet ten vollehet Spaanse garnizoen op de citadel werd althans
vervangen door Fransen en Zwitsers. Overigens was de bezetting
ruimschoots voldoende, namelijk 3^ bataljons, 19 eskadrons en 6
gedetacheerde compagnieën1).
La Mothe voerde persoonlijk het bevel in de stad. Hoewel hij in
Oostende en bij Wijnendaal weinig eer had ingelegd, verwachtte
men aan het hof toch een hardnekkige verdediging van hem. Een
mobiele macht, die het de belegeraars van buiten lastig had kunnen
maken, was niet aanwezig. In Brugge lagen 29 bataljons en 9 eska
drons onder Grimaldi; enkele bataljons lagen in Leffinge en
Plassendaelde rest der troepen was naar Nieuwpoort terugge
zonden.
De eerste dagen van het beleg verliepen met de gewone voorbe
reidingen. Het vervoer van het geschut van de ontlaadplaatsen te
Deinze en Melle naar de plaats der batterijen ging wegens de slechte
wegen en het lage, gebroken land met grote bezwaren gepaard. Ook
de verpleging liep hier en daar tijdelijk spaak, o.a. bij de Pruisische
troepen. Een depót van fascines werd aangelegd te Swynaerde,
tussen Schelde en Lys, het hoofdmagazijn van fourage te Melle. Een
voordeel voor de belegeraars was, dat zij de brug bij Meulestede
over het kanaal naar Sas van Gent zonder tegenstand konden be
zetten. Hinderlijk was daarentegen, dat de vijand het z.g. Roode
fort, of Roodenhuizen halverwege het kanaal, bezet hield, en dus
de aanvoer van uit Sas van Gent belette 2).
De belegeraars slaagden er in, door het maken van enige door
gravingen, de inundatie tussen de boven- en de beneden-Schelde,
1) De brief van Buisson bij Pelet VIII-^30. Tilly a. d. St.Gl. 3 Januari (St.Gl. £02 id). Eur. Mere.
1709, p. 127. Over de toestand in de stad en de geest der burgerij, Veenendaal, 220-223 Lamberty
V-i^3, ISA-
2) Pelet 158; Murray 366, 367, 369 vlg.
430