Zelfs Berwick uit zijn verwondering, dat de koning, na zoveel slechte
raadgevingen van Vendome te hebben opgevolgd, zijn enige goede
in de wind slaat. De koning ziet zijn misslag in, als Marlborough en
Eugenius, tegen zijn verwachting, tot het beleg van Gent schrijden.
In deze nood moet de dappere en onkreukbare Boufflers uit
komst brengen. Hij krijgt het opperbevel in de Nederlanden. De
27e December uit Parijs vertrokken, is hij de dag daarop in Douai.
Nog een dag later brengt hij verslag uit over de toestand en over zijn
plannen. Hij stelt een diversie tegen Rijssel voor, en wil hiertoe een
leger van 86 bataljons en 13^ eskadrons verzamelen. De bekwame
intendant Bernieres zal voor brood, hooi en haver zorgen. Voor
schoeisel, paardetuig en wapenen acht Boufflers een bedrag van
400 000 livres nodig. De koning hecht zijn goedkeuring aan de
plannen, en aan het verschaffen van het genoemde bedrag uit zijn
berooide schatkist. Ook als de capitulatie van Gent een streep door
de rekening haalt, wil de maarschalk niettemin doorgaan met de
concentratie. Er gaan namelijk geruchten, dat de geallieerden nog
Bergen willen innemen, en dat zij een landing willen verrichten ter
hoogte van Veurne. Zoals men ziet, onderschat Boufflers zijn
tegenstanders niet. Hij wil, met het oog op deze mogelijkheden, het
leger stelling doen nemen bij La Bassée. De Franse monarch geeft
ook hiertoe zijn toestemming, doch in de eerstvolgende dagen
maken de felle koude en het uiteengaan van het vijandelijk leger aan
alle verdere voornemens een einde x).
Marlborough vertrok de 4e Januari naar Brussel, Eugenius
was daarheen reeds vooruitgereisd. Vandaar gingen beiden de 9e of
1 oe naar Den Haag, waarheen zij als gevolg van de vorst niet minder
dan vijf dagen onderweg waren. Hier werd druk onderhandeld met
de vertegenwoordigers van de Republiek, de Keizer, Pruisen en
Saksen over de plannen voor de aanstaande veldtocht, en vooral over
de noodzakelijke 'augmentatie' der strijdkrachten.
Eugenius verliet Den Haag de 21e om zich naar Brussel en van
daar naar Wenen te begeven. Marlborough vertrok de 24e naar
Brussel, waar Eugenius hem, volgens afspraak, eind Februari zou
komen aflossen. De berichten, volgens welke sterke Franse strijd
krachten van de Rijn en Dauphiné naar Noord-Frankrijk onderweg
waren, zulks in weerwil van het barre winterweer, deden het nodig
achten, dat althans één der beide veldheren in de nabijheid van het
oorlogstoneel vertoefde 2).
43 5
9 Pelet VIII, 160-168.
2) Murray 390, '93, 95, '98, 404, 407. Over de augmentatie vele brieven bij V. 't Hoff, nr. 680
en volgende.