gaf hij de aanwijzing, de slagorde zo in te richten, dat de goede en minder goede elkaar ondersteunden, en anderzijds rekening te hou den met de opstelling der tegenpartij, waarbij vooral gelet diende op de plaats, waar de eerste aanval der Engelse troepen te verwach ten was. Hier toch zou het zwaartepunt van de strijd liggen. Ville- roy deelde het optimisme van zijn meester te meer, wijl de magere resultaten van de voorafgaande campagne het ontzag, dat men aan Franse zijde tot nog toe had gekoesterd voor de overwinaar van Hochstadt, zoals wij reeds zagen aanmerkelijk had doen dalen. Ten slotte hadden ook de onlangs behaalde successen in Italië en aan de Bovenrijn, waarbij nog kwam de juist in deze dagen ontvangen tijding van de inneming van het sterke fortMontjuich bij Barcelona, het vertrouwen in de voorspoed van de wapenen der twee kronen na een periode van zwakte doen herleven. Het was niet 's konings bedoeling, de slag te zoeken of uit te lokken, doch slechts te tonen, dat de Fransen niet gezind waren, hem te ontwijken. De meest geschikte agressieve handeling achtte hij - en Villeroy stemde in deze met hem in het beleg van Zoutleeuw. Op zich zelf was deze stad wel niet belangrijk, doch de oorlog zou op deze wijze althans op 's vijands terrein overgebracht, en de stemming in de Zuidelijke Nederlanden gunstig beïnvloed worden. Wilden de geallieerden tot ontzet een slag wagen, dan moest de maarschalk die aannemen. Zou het beleg i Juni beginnen, dan zou den naar de koning berekende, na aftrek van 16 bataljons en 10 es kadrons voor het beleg, nog 80 bataljons en 140 eskadrons over blijven om slag te leveren; kon men hiertoe ook het belegerings korps aantrekken, dan zelfs 96 bataljons en i^o eskadrons. Hierbij werd er op gerekend, dat Marsin met zijn detachement van 18 batal jons en 40 eskadrons intussen uit Duitsland zou zijn teruggekeerd. Door de loop der omstandigheden werd deze verwachting echter slechts ten dele verwezenlijkt Marsin was met het genoemde detachement in de eerste dagen van April naar de Bovenrijn vertrokken, ten einde Villars te steu nen bij zijn offensief aan de Moder. De bedoeling zat hierbij voor, onmiddellijk na de actie terug te kerenin allen gevalle in de Neder landen terug te zijn voor hier beslissende operatiën voorvielen. Bij Metz liet de generaal 20 eskadrons achter, met het doel, een demonstratie tegen de Moezel te houden, en tevens te beschikken over een korps, dat bij gebleken noodzakelijkheid snel naar Brabant Lod. XIV aan Villeroy, 6 Mei 1706, bij Pelet VI-17 vlg.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1959 | | pagina 47