het slaan van de chamade, wat de ioe des morgens half zeven ge schiedde. De onderhandeling had nog voeten in de aarde: de Fransen stuurden aan op krijgsgevangenschap van het garnizoen, of wel op aftocht naar de Nederlanden door Spanje en Frankrijk. De verdedigers hielden echter het been stijf, en aldus werd de i ie de capitulatie getekend met voor hen hoogst eervolle voorwaarden Q De bezetting zou de i^e Juli uittrekken met wapenen, bagage en alle tekenen van eer, met medeneming van zes kanonnen, twee mortieren, munitie voor zes schoten per stuk en zes overdekte wagens, en geëscorteerd worden tot Tarragona. Het uit 2oo ruiters bestaande escorte maakte echter de tweede dag onderweg keert, toen vuurtekenen op de bergen voor een overval van de zijde der miquelets deden vrezen. Voor de burgerij en de miquelets was vooral de bepaling van belang, dat niemand wegens zijn staatkundige mening mocht worden vervolgd en dat leven en bezittingen van de burgers en van alle zich in de stad bevindende vreemdelingen on aantastbaar zouden zijn. Wat de verliezen aangaat, bezitten wij betreffende de Franse alleen de opgaaf van Quincy van 248 doden en 374 gewonden, waarvan een 200 doden en gewonden in de bestorming van 9 Juli. Naar de beschrijving te oordelen zijn deze getallen wel zeer aan de lage kant. De verdedigers hadden hun aantal tot slechts weinig boven de helft zien slinkenwij lezen althans dat de 1 ge ongeveer 2000 man uittrokken. Behalve de dappere verdediging was ook veel vuldige desertie hiervan de oorzaak, hoewel Quincy natuurlijk zeer overdrijft wanneer hij zegt dat bij de uittocht 1 goo man, bijna allen Duitsers of Franse 'religionnaires', met slaande trom naar de belegeraars overgingen. Het zegt echter al genoeg dat Von Effern de restanten van de drie Paltsische regimenten over de drie andere moest verdelen. Ook voor de Nederlandse regimenten betekende het beleg van Tortosa een zware aderlating. Na het einde van de veldtocht werd dientengevolge het regiment mariniers van Leefdael opgelost in dat van St. Amand, het regiment van Friesheim in dat van Noyelles, thans Verpoorten. Voortaan waren dus in Spanje, behalve het regiment van Bruhese dat nog steeds in Gibraltar lag, nog slechts twee Staatse regimenten voetvolk, tezamen ruim 1400 man sterk. De verdere krijgsbedrijven in Catalonië zijn van weinig betekenis. De met smart verwachte troepen uit Italië waren eindelijk de x ge Juli te Vadi ingescheept, en kwamen twaalf dagen na de val van x) Mauregnault a. d. St.Gl. 14 Juli 1708 (St.Gl. 6812). 4£2

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1959 | | pagina 486