Stanhope's troepen bestonden uit 2 Britse, 2 Portugese, een Spaans en een Napolitaans bataljon, tezamen een 2000 man, be nevens 300 mariniers. Het blijkt niet met zekerheid of zich hierbij ook Nederlanders hebben bevonden, hoewel de mariniers der beide vloten ter beschikking van Stanhope waren gesteld. De debarkatie van het geschut moest buiten bereik van het vuur van het fort geschieden, en het vervoer van de landingsplaats naar de opstellingsplaatsen der batterijen ging wegens het ruwe en berg achtige terrein met grote moeilijkheden gepaard. Niettemin stonden de 23e 40 kanonnen en 13 mortieren in batterij. Intussen hadden Leake en Wassenaer reeds de 18e met het merendeel hunner schepen ingevolge de bestaande orders de thuisreis aanvaard. Slechts een vloot van totaal 22 Britse en 3 Nederlandse schepen bleef ter plaatse, om na de inneming van het fort verder in de Zuidelijke wateren te overwinteren. De verovering van het fort kostte minder moeite dan men met reden mocht verwachten. Het geschut in de torens werd al spoedig tot zwijgen gebracht, en in de muur, die niet meer dan drie meter hoog geweest schijnt te zijn, een bres geschoten. Zij werd vervolgens stormenderhand genomen, waarbij de broeder van Stanhope sneuvelde. Deze eiste thans het fort op, en boven verwachting capituleerde de comman dant la JonquiÈre zonder enige poging tot verzet. Men schreef dit toe aan de aanwezigheid van vele Spaanse vrouwen en kinderen in de citadel. In allen gevalle moest de bevelhebber, in Frankrijk terug gekeerd, zijn zwakke houding met gevangenisstraf bekopen. Over het eiland werd een Spaanse gouverneur benoemd, doch in het fort Philips bleef een Engelse bezetting, die opdracht had, alleen van Britse autoriteiten bevelen aan te nemen. Eerst een halve eeuw later, doch toen na verwoede strijd, zou de Union Jack voor de Lelievaan plaats maken1). De krijgsbedrijven aan de Portugese grens waren dit jaar wel zeer onbeduidend. De oorlog in deze streken placht voornamelijk te bestaan in wederzijds plunderen en roven door de slecht of niet betaalde Spaanse en Portugese soldaten. Aan de wil tot het behalen van resultaten op het oorlogsveld ontbrak het aan beide kanten ten enenmale. Tevergeefs gaf Schonenberg zich moeite om het Portu gese hof tot grotere activiteit aan te sporen. De Portugese koning weigerde in te gaan op de van Franse zijde gedane aanbiedingen, die ten doel hadden, hem van de Grote Alliantie af te trekken, doch De Jonge IV, 2^-27; Feldzüge X-257, 258; Trevelyan 'Ramillies', 376-381, met kaart van de inneming van Port Mahon.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1959 | | pagina 492