'Sollte man aber nicht sogleich zur Operation schrei ten, so ist es hiernachst unfehlbar, das der grosse Muth und Begierde zu fechten, so sich jetzo allenthalben verspüren lasset, in einem Augenblick wieder sinken würde'. De geallieerde leiders konden zich dan ook moeilijk ontveinzen, dat zij, door tot een beleg over te gaan, Frankrijk, dat er belang bij had, de strijd te rekken, in de kaart speelden. Het besluit, waarvan boven sprake was, werd genomen in een krijgsraad, waarbij, behalve de prinsen en Tilly, Cadogan, Dopf en de gedeputeerden aanwezig waren. Aangaande hetgeen er ver handeld werd, vernam men aan Franse zijde, dat Marlborough en Eugenius tot de aanval hadden willen overgaan, en dat het zowaar weer de gedeputeerden waren, op wie dit voornemen was afgestuit. Het behoeft geen betoog, dat deze inlichting alle grond van waarheid miste Wel maakte het een onderwerp van bespreking uit, welke stad men zou gaan belegeren, Ieperen of Doornik. Marlborough voelde voor het eerste, Eugenius, bij wie Tilly en de gedeputeer den zich aansloten, pleitten voor het beleg van Doornik. De redenen, welke voor Ieperen pleitten, waren de volgende. De inneming zou in Engeland, waar de belangstelling steeds bij voorkeur uitgaat naar operaties in de kuststreken, een goede indruk maken. Voorts de omstandigheid, dat de artillerie reeds over de Lys op weg was naar Meenen en dus dichter bij de hand wasverder de vruchtbare omstreken, en ten slotte het feit, dat de stad gemak kelijker te nemen was dan het veel sterkere Doornik. Deze laatste stad was daarentegen wegens haar ligging aan de Schelde en als ver bindingsschakel tussen Brabant en Vlaanderen van meer belang dan Ieperen. Door Ieperen te belegeren stelde men Brabant aan een inval bloot, en kreeg de vijand wederom gelegenheid, de Schelde te bezetten, een handelwijze, waarvan de geallieerden in het vorig jaar alle nadelen hadden ondervonden. Na de inneming van Doornik zouden Gent en Oudenaarde, beide geen sterke steden, beter zijn beveiligd. De Schelde zou de aanvoer van materialen en levens middelen vergemakkelijken, terwijl deze naar Ieperen, hoewel aldaar de afstand korter was, toch in allen gevalle over land moesten worden aangevoerd. Een sterk argument was ten slotte het, naar bekend was, zwakke garnizoen. Al deze redenen deden de schaal doorslaan naar de kant van het beleg van Doornik 2). Daar de stad als een der sterkste in Europa bekend stond, was er alles aan gelegen, te voorkomen dat Villars er tijdig versterking 479 Pelet IX-36; Feldzüge XI-76. 2) De wederzijdse argumenten bij Goslinga, Mém. 103, 104; id. bij Vegelin, Relaas fol. 4/3.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1959 | | pagina 513