bij zijn pogen om de stemming te kalmeren, zelfs persoonlijk gevaar liep. Wel werd de voornaamste oproermaker in hechtenis genomen, en werd de rust hersteld, doch ten koste van de beoogde inzameling, of, gelijk Favart zegt'après quoy on prit des mesures pour assurer le calme, qui ne nous a pas produit des grains'. Blijkbaar heeft Surville, die reeds veertig jaar als gouverneur het gezag voerde, de burgerij, op wier hulp hij ook in financieel opzicht was aange wezen, te veel ontzien. Thans zag hij zich genoodzaakt, het brood rantsoen voor het garnizoen te verminderen tot nog geen twee pond per dag, met het gevolg dat een begin van muiterij ontstond, dat weer door veel goede woorden en een stuiver soldij verhoging werd gestild. Wel werd in de laatste phase van het beleg nog een voorraad voor de citadel bijeengebracht, doch het is duidelijk dat op de mede werking der burgerij, die een spoedige verandering van heer tege moet zag en op een langdurig beleg van het kasteel niet gesteld was, niet viel te roemen. Ten slotte bestond de mondvoorraad, toen de 3 ie het beleg werd hervat, uit 1430 zakken meel van elk 200 pond, 40 zakken erwten of bonen, 330 schapen, 8 koeien, 90 vaten wijn, 300 vaten bier, 30 zijden spek, 2^0 paarden en een weinig brandewijn. Het gezouten paardevlees bedierf voor een deel door de warmte. Des namiddags van genoemde datum werd de citadel betrokken door 3 300 man infanterie, benevens de invaliden, dragonders, officieren, kanonniers, knechten en geëmployeerden, wat een totaal van ruim ^ooo monden opleverde1). HOOFDSTUK V DE CITADEL VAN DOORNIK Slechts een korte rustpoos volgde, nadat de bezetting van Doornik de 31e Juli in de citadel was getrokken. Nadat Surville bij de Prinsen de maaltijd had gebruikt, werden nog de zelfde avond de vijandelijkheden hervat. Mondeling waren de bevelhebbers overeen gekomen dat, anders dan te Rijssel, de aanval niet over de esplanade zou plaats hebben en dat Surville derhalve niet op de stad zou laten vuren. 498 (Zie Schets nr. 19) Journal, p. 15,26.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1959 | | pagina 532