deze oorlog, weder was toegenomen. Zowel Villars als de Franse
koning zagen haar in het verschiet. Merkwaardig is, dat de maar
schalk in deze omstandigheden aandringt op de aanwezigheid van
een of meer prinsen van den bloede in het leger. Denkelijk oor
deelde hij, dat dit de geest der troepen, waaraan de onverwacht
snelle val der citadel geen goed had gedaan, ten voordele zou
strekken. De koning, gedachtig aan de droevige ervaringen, ten
vorigen jare met dergelijke prinsen opgedaan, gaf hieraan geen
gehoor, doch was niettemin van oordeel, dat een tweede bevel
hebber nodig kon zijn, vooral voor het geval Villars mocht
sneuvelen of op andere wijze uitvallen. Hij zond met dit doel
Boufflers, die zich 4 September in het hoofdkwartier niet ver van
Douai, onder de bevelen van Villars kwam stellen, hoewel hij
ouder was dan deze als Maarschalk van Frankrijk. Geen ander bezat
in gelijke mate als Boufflers de deugden der zelfverloochening en
onbaatzuchtigheid. De verdediger van Rijssel weigerde anders te
dienen dan als volontair; zelfs het geven van het woord, anders zo
vaak oorzaak van gekibbel, wees hij beslist af1).
Aan de zijde der geallieerden was reeds voordat de citadel de witte
vlag had gehesen, besloten tot een nieuw beleg en wel dat van
Bergen, als zijnde de meest in aanmerking komende vesting. Condé
en Valenciennes toch waren sterk bezet en door inundaties be
veiligd; tegen Ieperen pleitte het naderende natte jaargetij, dat
operaties in de lage kuststreken minder wenselijk deed schijnen,
en bovendien de grote afstand, die een verrassende insluiting be
lette. Bergen was, naar men wist, slechts van een zwak en groten
deels uit Spaanse troepen bestaand garnizoen voorzien.
Geleerd door de ervaringen, bij Rijssel opgedaan, was er de ge
allieerden, evenals bij Doornik, alles aan gelegen de insluiting zo
onverwacht mogelijk te doen plaats hebben. Een moeilijkheid was,
dat hiertoe het overtrekken van de Haine ten Oosten van Bergen,
en vervolgens van de Trouille nodig was. De Haine was n.l. ten
Westen van de stad nauwelijks te passeren wegens de aldaar gestelde
inundaties 2).
Reeds de 3e September, de dag waarop de citadel capituleerde,
werd het leger marsvaardig gemaakt. Pontons werden vooruit
gezonden naar Antoing en Mortagne, waar de Schelde moest worden
overgetrokken. In de avond van die dag vertrok de erfprins van
Hessen-Kassel uit het kamp van Orchies, met 60 uit de beide legers
afkomstige eskadrons, en de opdracht, zich van de Haine- en
'Vie de Villars' II, 81-85. Sautai 36-38. De Vogüé, T.I. 346-350.
2) Over de inundaties aan de Haine: Puységur aan Villars, Condé 2 Augustus 1709 bij Pelet IX-329.
512