Trouilleovergang te verzekeren, teneinde Bergen aan de Zuidzijde te kunnen berennen. Tot het zelfde doel vertrokken uit het in sluitingskorps der citadel 4000 'gecommandeerde', d.i. uit alle regimenten infanterie genomen manschappen onder de luit.- generaal der infanterie Dedem. Hessen-Kassel ging kort na midder nacht bij Mortagne over de Schelde, en rustte des namiddags vier uur bij Estambruque, waar Dedem zich aansloot en waar de nacht werd doorgebracht, nadat een poging om de mars voort te zetten was mislukt wegens regen, duisternis en terreinmoeilijkheden. Voor de beide legers was het te middernacht reveille, twee uur afmars. Marlborough ging over de Schelde bij Mortagne; Eugenius bij Antoing. De gehele nacht en de volgende dag werd doorgemarcheerd, totdat, na globaal 4j km te hebben afgelegd, Marlborough des avonds van de je kampeerde bij Basecles' Eugenius bij Vezon-Wasmes. EIessen-Kassel zette j uur des morgens van de je de mars voort, liet Bergen rechts, de abdij van St. Denis links liggen, en nam de lichting op Havre, waar hij, met een kleine voorhoede, over een bestaande brug de Haine over ging1). Het hoofd der cavalerie be reikte de brug, wegens het bosachtige terrein en smalle wegen, eerst drie uur in de namiddag. Met een deel der ruiterij trok hij langs de Trouille tot bij Givry, een punt in de oude Franse linies tussen Bergen en Jeumont aan de Sambre. Omstreeks j uur ont waarde hij hier een Franse troepenmacht van ongeveer 30 eskadrons en enige infanterie 2). Hij achtte het niet geraden, het met zijn geringe macht op een treffen te laten aankomen, en keerde terug naar Havré om zijn overige troepen in te wachten. De rest zijner ruiterij kwam hier eerst laat in de avondde infanterie diep in de nacht, na ongeveer 30 km gemarcheerd te hebben, over moeilijke en smalle wegen. Marlborough en Eugenius hadden eveneens de tocht voort gezet en kampeerden des avondseerstgenoemde bij Erbault-Neuf- maison, de ander bij Grousage. De 6e trok Hessen-Kassel met zijn thans verenigde cavalerie wederom Zuidwaarts. Tussen 7 en 8 uur kreeg hij de vijand in zicht, 5*3 Van de mars van Hessen-Kassel geeft deze omstandig verslag in zijn brief aan de St.Gl., 12 Sep tember 1709 (St.Gl. 3921); Vgl. Feldzüge XI, 93-9s. Om de weg te bekorten had Van Pallandt in de nacht van 2 op 3 September een poging gedaan om St. Ghislain in te nemen, welke door de tegen maatregelen van de Franse commandant, Griffeuil, mislukte (Pelet IX-87). Het was een detachement onder Luxembourg van 30 eskadrons en de brigade Picardië, uit het kamp van Denain afgezonden met de opdracht, de vijand aan de Haine of Trouille tegen te houden, in afwachting van komende versterking. De snelle mars van Hessen-Kassel had hem belet, aan dé Haine post te vatten. Hij trok terug op Quiévrain, waar hij zich de 6e aansloot bij Villars en Alber- gotti.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1959 | | pagina 547