die echter op zijn nadering terugtrok. De erfprins zette, na de
Trouille en de barrières der linies te zijn doorgetrokken, de achter
volging in tot omtrent een uur van St. Ghislain, zonder de vijand te
kunnen achterhalen. Vervolgens deed hij zijn troepen kamperen
tussen Quesmes en de boven-Trouille, zodat Bergen aan die zijde
was ingesloten. Zijn kwartier nam hij in het klooster Beliant.
Maximiliaan van Beieren had de stad in de vroege morgen ver
laten.
Ook de hoofdmacht had de mars des morgens hervat. Om 7 uur
werd bericht ontvangen, dat de erfprins de Haine- een paar uur later
dat hij ook de Trouille was overgetrokken, en thans op St. Ghislain
aanrukte. Marlborough ging daarop bij Obourg en Havre over
de Haine, en kampeerde tussen Havre en Givry. Eugenius bleef
nog ten Noorden van de rivier en betrok een kamp nabij de abdij
van St. Denis.
In deze posities vertoefden de troepen, toen omstreeks het
middaguur van de 7e een uitgezonden huzarenafdeling de tijding
bracht, dat Villars des morgens de Honneau was overgetrokken
en met zijn ganse leger in aantocht was. Gevangenen en deserteurs
bevestigden het nieuws; partijen, door Hessen-Kassel uitgezonden,
deelden het zelfde mee. De erfprins bezette daarop met 2000 man
voetvolk en 8 eskadrons de reeds uit het beleg van 1^72 bekende
hoogte van Bertaimont, ter observatie van het garnizoen van
Bergen, en deed zijn verdere troepen front maken naar het Westen.
De prinsen ontvingen het bericht aan de maaltijd. Dadelijk deden
zij het gehele leger onder de wapenen komen; een half uur later
was alles op mars naar de Trouille; om 7 uur des avonds was de
gehele legermacht op de Westelijke oever, met achterlating slechts
van een kleine troepenmacht van Eugenius, welke de stad aan de
Noordkant bleef insluiten. De troepen brachten de nacht door in
slagorde op het veldMarlborough en Eugenius met kroonprins
Frederik Willem van Pruisen in de abdij van Beliant, Hessen-
Kassel bij zijn troepen.
De volgende morgen zette het leger zich in volle slagorde in
beweging in de richting, waaruit men de vijand ongeveer kon ver
wachten. De erfprins ging met enige cavalerie vooruit ter ver
kenning naar de zijde van St. Ghislain. Hij stuitte op een vijandelijke
cavalerieafdeling van omstreeks goo paarden, welke door 600
ruiters en enige huzaren van de bondgenoten overhoop geworpen
en verjaagd werden. In het gevecht werden een kolonel, enige
officieren en 60 man gevangen, waarmee de erfprins naar het leger
terugkeerde. Wat de hoofdzaak aangaat, het vaststellen van de
P4