MALPLAQUET
De tijd die sedert de middag van de 9e was verlopen, hadden de
Fransen niet onbenut gelaten: na onverdroten arbeid hadden hun
stellingen een geduchte sterkte verkregen. Grote zorg was vooral
besteed aan de verdediging der bosranden en van de als steunpunten
ingerichte gehuchten La Grosse Haye op de rechter- en La Chaussée
du Bois op de linkervleugel. Op de uiterste rechtervleugel was het
bos van Lagnière met retranchementen en verhakkingen, zowel in
de bosrand als in het inwendige voorzien. Ter linker zijde hiervan
bevond zich, verscholen achter heggen en houtranden, het gehucht
La Grosse Haye. Yan nature reeds sterk, hadden de Fransen met de
bedrevenheid in het pionieren, hun landaard eigen, er nog een
driedubbele rij van verschansingen aangelegd. Volgens ooggetuigen
had het gehele complex meer van een vesting dan van een veldver-
sterking. Meer naar links vormde de hoeve van Blairon met om
liggende verschansingen een steunpunt dat zich tot dicht bij het
bos van Thierry uitstrekte. Tussen Blairon en La Grosse Haye was
een open ruimte gelaten, geschikt om de aanvaller tot een verder
doordringen te verlokken; zij werd echter behalve door het vuur
der aangrenzende retranchementen, nog in de lengterichting door
een batterij van 20 stukken bestreken: een ware moordkuil voor
wie er zich in waagden. Het was aan de Nederlandse infanterie
voorbehouden, het aan den lijve te ondervinden.
Links van Blairon sloten de retranchementen aan bij de werken
in het centrum, waar de cavaleriestrijd zich zou afspelen. Met het
oog hierop waren doorgangen open gelaten, zodat de stelling hier
bestond uit een linie van een zevental z.g. redans, ter lengte van
zes a achthonderd meter, waarna een volgende verschansing de
ruimte tussen de redans en het bos van Sart afsloot. Dit laatste was
weer geducht versterkt door retranchementen en verhakkingen, in
achtereen volgende rijen aangelegd, door epaulementen in vakken
verdeeld, en waar het beloop van de bosrand het toeliet, door
flankerende artillerie bestreken.
Achter het bos lag in tweede linie, aan de grote weg van Bavay
naar Bergen, het dorp La Chaussée du Bois, dat door drie achtereen
volgende retranchementen was versterkt. Het was door een vallei
en een beek van de Z.W.rand van het bos van Sart gescheiden, en
523
HOOFDSTUK VII
(Zie Schets nr. 2o)