de terugtocht door het bos aan te vangen. De doorbraak van Lot- tums troepen was te gevaarlijker, omdat deze slechts een kort traject door het bos hadden te doorlopen om in het open terrein en in de flank van het centrum te komen Over de aanval van Withers zijn de berichten tegenstrijdig. Wackerbarth zegt in zijn nagelaten verslag uitdrukkelijk dat diens 19 (volgens Schulenburg 20) bataljons ten gevolge van de in het bos heersende verwarring links in plaats van rechts van hem débou- cheerden, zodat hij zelf op de uiterste rechtervleugel stond. Withers' als omtrekkende beweging gedachte operatie zou dus als zodanig zijn mislukt. Volgens een Franse kaart van de slag daarentegen trok Withers door een min of meer open gedeelte van het bos en kwam hij bij La Folie, de uiterste rechtervleugel, uit. Zijn actie wordt hier de '4e attaque' genoemd, en hij déboucheerde zonder tegenstand 'parceque on ne l'y attendait pas'. Hoe het zij, als omtrekkende groep heeft het genoemde korps geen voordelen opgeleverd; wel heeft het dienst gedaan als versterking van de ge allieerde rechtervleugel. Alvorens de verdere gebeurtenissen om en bij het bos van Sart te beschrijven willen wij thans zien wat zich op de geallieerde linkervleugel afspeelde. De strijd hier overtrof in moorddadigheid alles wat deze oorlog en vele voorgaande hadden te zien gegeven. De aanval der Hollandse troepen was gericht tegen de stellingen in het bos van Lagnière en vandaar ongeveer tot het kasteel van Blairon. Hij geschiedde in vijf groepen, waarvan Fagel de twee linker- en Johan Willem Friso de drie rechter groepen aanvoerde. De samenstelling der groepen of 'colonnes' vinden wij als volgt weergegeven De linker groep, onder de brigadier Douglas, bestond uit het bataljon van Pallandt, i bataljon Zwitsers van Mestral en de Schotten van Tullibardin en Hepburn; de tweede onder de luit.-generaals Dohna en Murray, de generaal-majoors Elst en Keppel en de brigadiers Stein Callen- fels en Cronström met twee bataljons Hollandse Garde, een Zwitsers van Mestral, en die van Berkhoffer, Dohna, Fournier, Rechteren, Oxenstiern en Keppel; de derde colonne onder de luit.-generaal Colyear en de generaal- majoor Ivoy, met 2 Zwitserse bataljons van May en 2 van Schmidt en de Hollandse van Huffel en Vegelin; de vierde onder de luit.-generaal van Welderen, de generaal- S29 Sautai 154., 166, 190.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1959 | | pagina 567