Wat de verdeling der Franse troepen in de stelling aanbelangt,
blijkt uit de beschrijvingen, dat zij behoudens de verschillende deta
chementen, in hoofdzaak overeenkwam met de ordre de bataille van
i£ Mei, welke men bij Pelet (p. 486) aantreft. Waarschijnlijk heeft
het leger ook in deze volgorde gemarcheerd, en behoefde het dus
slechts links front te maken om in slagorde te staan, waarna de
onderdelen naar de respectieve gevechtsopstellingen marcheerden.
Op de uiterste rechter vleugel, tussen deMehaigne en de Vistoule,
stond aanvankelijk slechts één, uit de tweede linie afkomstig bataljon
Zwitsers van Greder. Het stond onder bevel van de brigadier de la
Motte. Volgens de van Villeroy ontvangen order had hij hier met
twee bataljons stelling moeten nemen, doch het tweede was hem,
'malgré l'ordre donné', geweigerd. Het blijkt niet welke comman
dant zich aan deze ongehoorzaamheid schuldig maakte. De la Motte
nam met het bataljon stelling achter de Vistoule en liet de brug in
de weg welke naar Taviers voerde, afbreken. De dorpen Franquenée
en Taviers zijn blijkbaar niet of misschien door enkele voorposten
bezet geweest.
In de wijde, golvende vlakte tussen de Vistoule en Ramillies
stonden 76 of 78 eskadrons in vier linies. De eerste linie werd ge
vormd behalve door de 13 eskadrons van het beroemde Maison du
Roy, door 4 van de regimenten Tarente en Courcillon, enige
eskadrons van aan de linkervleugel ontnomen Beierse kurassiers en
tenslotte nog enige eskadrons, hetzij van het detachement vanMAR-
sin, hetzij van de linkervleugel afkomstig; wij vinden althans het
regiment van Cano als zodanig genoemd. De eerste linie zal, evenals
de derde, ongeveer 28 eskadrons hebben geteld; bij een front van
40 a 30 m per eskadron (120 a i^o ruiters op drie gelederen) moet
zij dus de breedte der gehele vlakte hebben beslagen. Bij gebrek aan
ruimte waren daarom de regimenten Toulouse en Royal-Etran-
ger, tezamen 6 eskadrons, in tweede linie opgesteld. De derde
(eigenlijk tweede) linie bestond uit de brigades Apelterre, Bar,
Nugent en Mortani, tezamen 19 eskadrons, en voorts wederom
cavalerie vanMARSiN of van de linkervleugel. Waar de 20 eskadrons
vanMARSiN zijn ingezet, wordt n.l. nergens gezegd; alleen het regi
ment Desmaretz wordt genoemd als op de rechtervleugel in actie
geweest zijnde. Een vierde linie of reserve vormden tenslotte de in
de brigades Nauthaff en Ferrare verenigde vijf regimenten dra-
terug hetzij op de gelijktijdige tekening van Hoppach, ingenieur onder Ouwerkerk (o.a. bij Chur
chill Dl II), of die van Mosberger, officier in het regiment dragonders van Dopf (o.a, bij Rousset en,
enigszins gewijzigd, bij Quincy). Zij hebben waarde voor wat de opstelling der troepen aangaat,
doch zijn topografisch hoogst onnauwkeurig. Een indruk van het terrein geven de foto's.
32