huchten La Folie en La Chaussée, en zo bleef de toestand voorlopig
stationnair Milkau, die ter elfder ure met i£ of 20 eskadrons
op het slagveld verscheen en tegen de linkerflank der Franse ruiterij
wilde optreden, kon hierin geen verandering brengen. Een tiental
eskadrons karabiniers, onder aanvoering van Rozel, grepen zijn
detachement in de flank aan, sloegen het onder het toebrengen van
ernstige verliezen op de vlucht en vervolgden het tot in het bos 2).
Beide partijen handhaafden zich in hun posities tot omstreeks twee
uur in de namiddag, toen de ongunstige loop van de cavaleriestrijd
in het centrum aanleiding werd tot de terugtocht. Zij werd zonder
onmiddellijke vijandelijke druk, onder leiding van Puysegur en
onder dekking van sterke cavalerie onder Legal en Rozel in goede
orde volbracht. Volgens FeuquiÈre heeft geen der generaals ooit
erkend, het bevel er toe te hebben gegeven 3).
In het centrum had de strijd zich aanvankelijk bepaald tot scher
mutselingen en artillerievuur. De geallieerden hadden hier enige
verzwakking ondergaan doordat Orkney twee bataljons ter ver
sterking aan Lottum had gezonden. Enige Franse eskadrons, tot
nog toe vóór de redans opgesteld, moesten deze positie verlaten
wegens het artillerievuur der geallieerden 4).
Bedenkelijk werd de toestand voor de Fransen, toen Villars zich
genoopt zag, de gehele bezetting der redans bij zijn linkervleugel aan
te trekken. De enige reserve, de brigade Beierse en Keulse gardes,
tezamen slechts 4 bataljons onder la Colonie, bezette de door de
Ierse brigade opengelaten plaats, doch werd vervolgens eveneens
naar de linkervleugel ontboden, ondanks de tegenwerpingen van
la Colonie, die het gevaar besefte 5).
Villars ontbood infanterie en dragonders van de rechtervleugel
om de verlaten posten te bezetten, maar deze troepen bereikten,
om welke reden dan ook, hun bestemming niet. Daarop gaf hij last
aan de Zwitserse gardes, hun opstelling naar links te verlengen,
doch het is duidelijk dat deze twee bataljons niet toereikend konden
zijn om in de leemte te voorzien.
Aldus was de stand van zaken toen de linkervleugel en het cen
trum van de geallieerde infanterie ongeveer gelijktijdig tot de
aanval over gingen. De berichten, dat de rechtervleugel zich van het
bos van Sart had meester gemaakt, deed bij de Hollandse troepen
5 34
Schulenburg 428, 436; Sautai 168, 174-175, 190, 191.
2) Sautai 135, 197.
3) Mém. p. 173.
4) Sautai 69, 208. Over de strijd in het centrum: brief van Orkney in English Hist. Review 1904,
p. 316-321.
5) De la Colonie, Mém. II, 165-167.