malige geneeskundige dienst geenszins opgewassen; waarschijnlijk
zelfs heeft men deze vraagstukken, die goeddeels van organisatori
sche aard zijn, als zodanig niet onderkend. In dit geval werd de
toestand nog verergerd doordat het magazijn van medicamenten
zich nog te Rijssel bevond, waar het bij de aanvang van de veldtocht
was gevestigd. Deze moesten dus uit allerlei verafgelegen plaatsen,
Brussel e.a., worden betrokken. Geen wonder dat velen op het
slagveld of elders omkwamen eer van behandeling sprake kon zijn.
Volgens de gedeputeerde Vegelin schatte men in die tijd dat van
de gewonden ongeveer twee derden genas, een derde bezweek.
Velen stierven tijdens het vervoer naar Brussel, Mechelen, Ant
werpen en andere plaatsenvooral het transport over de met keien
bestrate weg Bergen-Brussel - een der weinige straatwegen van die
tijd - was een marteling die velen niet te boven kwamen. De eerste
dagen moesten alle broodwagens voor gewondenvervoer invallen
zodat in het leger groot gebrek aan brood heerste. In verschillende
plaatsen werden hospitalen opgericht, o.a. een drietal te Brussel.
Aan één ervan practiseerde Laurens Heister, doctor in de medi
cijnen, die wegens zijn vele geschriften een belangrijke plaats in
neemt in de ontwikkeling der geneeskunde -1).
De i ge September werd in het gehele leger als dank- en bededag
doorgebracht, en des avonds verkondigde een drievoudig saldo uit
alle geschut en geweren de vreugde over de zegepraal. Maar bij de
Hollandse regimenten was de stemming weinig geestdriftig: 'aen
onse linker vleugel was vrij wat meer droefheijt als vreugde' zo zegt
de majoor Winsheym, 'want een jeder beklagde sijne goede vrindeL
Ook in het vaderland werd de geestdrift spoedig getemperd toen
de hoop, dat de slag het einde van de oorlog zou brengen, ijdel bleek.
Goslinga toch toont zich er in zijn brief van 17 September min of
meer geprikkeld over, dat de raadpensionaris nog meer van de veld
tocht had verwacht dan 'prendre deux des plus fortes places de l'Eu-
rope, et gagnerune bataille des plus opiniatres et sanglantes qui se sont
jamais données hoewel het zeker niet aan Goslinga heeft gelegen dat
de slag niet meer beslissend is geweest. Overigens getuigt de zelfde
brief van de diepe indruk welke de strijd en de aanschouwde erbarme
lijke tonelen ook op de anders zo krijgshaftige Fries hebben nagelaten.
Een lichtpunt bij dit alles is alleen de voorbeeldeloze dapperheid
waarmee de Nederlandse troepen hebben gestreden; een dapper
heid, die de bewondering opwekte van 'alle de vreemde natiën', en
die latere geslachten ten voorbeeld kan strekken.
5-45-
'Stukken betreffende de geschiedenis van de militair-geneeskundige dienst', med. d. schrijver
dezes in Ned. Milit. Geneesk. Tijdschrift i9J4 p. 291 vlg. 1