Als 'marechaux de camp' vinden wij D. Pedro Zuniga en prins
Francois van Nassau; gouverneur en groot-baljuw van Hene
gouwen was de hertog van Croy chef der ingenieurs de brigadier
DE LA CoMBE.
Tot degenen die zich het meest verdienstelijk hebben gemaakt
voor de Franse zaak behoorde voorzeker de graaf van Bergeyck.
Hij liet zich met zijn gezin vrijwillig in de stad insluiten om de
vestingcommandant met zijn persoonlijk aanzien, gezag en crediet
bij te staan. Dank zij het laatste kon Grimaldi zich de nodige geld
middelen verschaffen tot het betalen van de soldijen en werklonen.
Ieder was er van overtuigd dat zonder Bergeyck's aanwezigheid de
weerstand van veel kortere duur zou zijn geweest dan inderdaad
het geval was. Zijn zoon, kolonel van een regiment infanterie, stierf
tijdens het beleg aan roodvonk.
De bezetting was te zwak voor de grote omtrek der stad met haar
talloze buitenwerken. Zij bestond in hoofdzaak uit negen Spaanse
bataljons, twee regimenten Beierse gardes, de helft van het partij
gangersregiment Pasteur, en enige bereden en onbereden cavalerie,
alles tezamen -J- 3800 man. Van levensmiddelen was de stad slecht
voorzien, en nog meer zou het aan geld hebben ontbroken, indien
Bergeyck dit niet had weten te verschaffen. De burgerij was ont
wapend en eerder tot opstand geneigd dan tot ook maar enige
medewerking aan de verdediging, ook al vinden wij van Lamberty's
mededeling, dat haar opstandige houding tot de capitulatie zou
hebben bijgedragen, elders geen bevestiging1). Omtrent de sterkte
der artillerie ontbreekt het aan gegevens.
Bijna de gehele omtrek der stad werd beveiligd door moerassen
en brede vijvers, ontstaan door opstopping van de Haine en de
1 rouille. Slechts op twee plaatsen, bij de poort van Bertamont en
die van Havré, naderden hogere gronden de vesting; deze punten
waren extra versterkt door een hoornwerk met ravelijn; daarvóór
bevond zich bij de poort van Bertamont een bedekte weg zonder
voórgrachtbij die van Havré twee bedekte wegen achter elkaar,
beide met een vóórgracht. De eigenlijke stadswerken bestonden
behalve uit een oude stadsmuur met brede gracht, uit gedetacheerde
bastions of ravelijnen, benevens een goed ingerichte bedekte weg,
aan de inspringende hoeken wederom door ravelijnen voorafgegaan.
Neemt men in aanmerking, dat nagenoeg alle werken door natte
grachten waren omringd, dan blijkt wel, dat Bergen tot de zeer
sterke vestingen mocht worden gerekend.
5 47
Grimaldi aan Boufflers, 20 September (Guerre A I, 2152 nr. 247), vgl. Pelet IX-103. Lamberty
V-37 S-