beveiligde zich door een betrekkelijk vluchtige verschansing. Boufflers waagde zich niet aan een ernstige poging tot ontzet, wat met een tweede veldslag gelijk zou hebben gestaan. De Fransen lieten, volgens het recept van Villars, het gerucht lopen dat zulks in hun voornemen lag, doch inderdaad hield Boufflers zich achter de Hongneau, onder voorgeven van verplegingsmoeilijkheden. Zijn hoofdkwartier was te Ruesne bij Quesnoy. Hij wilde er zich voor- lopig toe bepalen, tegen 's vijands fourageringen en convooien op te treden, en zond daartoe de 21e een drietal detachementen uit van geringe sterkte, n.l. één onder de Broglie naar Frasnes bij Conde, een onder Luxembourg naar de streek van Maubeuge, en een derde onder Fraula naar Charleroi. Luxembourg legerde zich aanvankelijk bij Grand en Petit Ferrière, ten Z.O. van Maubeuge, doch schoof in de eerstvolgende dagen naar rechts op tot bij Bus- siere, vervolgens de 2 ge naar Charleroi, waar hij de troepen van Fraula bij zich aantrok, en een observatiestelling innam achter de Sambre, van Marcinelle tot Marchienne, waar hij nog enige door Boufflers afgezonden troepen ter versterking ontving. De 3e October zond Boufflers, om enige verlichting te brengen in de verpleging zijner ruiterij, 40 eskadrons onder Toulongeon naar de omtrek van Maubeuge, met de opdracht, in samenwerking met Luxembourg, de vijand zoveel doenlijk te verontrusten. De be- dreiging, die hieruit voor Marlborough's linkerflank zou kunnen voortvloeien, gaf de geallieerden aanleiding tot een uitbreiding van hun front. De 4e October bracht Marlborough daarom zijn leger over de Trouille en bezette hij de sector tussen deze rivier en de Haine, met de rechtervleugel bij Bougnies, de linker bij Maurage, terwijl Eugenius zich uitbreidde tot de Trouille1). Aan Franse zijde zijn verschillende plannen gemaakt tot het ontzet van Bergen. De 17e October zonden Boufflers en d'Artaignan de laatste sedert kort, als beloning voor zijn dapperheid in de slag marechal de Montesquiou samen een memorie aan de koning met een dergelijk project. 2). In het Franse krijgsarchief vinden wij een desbetreffend memo randum van de beroemde krijgskundige Folard, toenmaals nog kapitein in het regiment van Quercy 3). De Broglie vormde een plan tot het overvallen van het kamp van Ghelin. Hij had dit kamp en de gehele omtrek, in het bijzonder de brug bij Jemappe, die de verbinding met het leger van Eugenius vormde, zorgvuldig doen 54-9 b Pelet IX-101, 102, 10s- Ged. te velde a. d. St.Gl. 3 October (St.Gl. 8226) 2) Pelet 108, 390 vlg. 3) Guerre A 1, 2133, nrs. 140, 141.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1959 | | pagina 587