De lange tijd, welke verliep voordat het eigenlijke beleg een aanvang nam, maakte Grimaldi zich ten nutte om de vesting zo goed mogelijk in staat van verdediging te brengen. Opruimingen werden gedaan in het voorterrein buiten de poorten van Bertamont, Havre en Nimy; een dubbele palissadering werd aangebracht tot verdediging van de bedekte weg, en de inspringende wapenplaatsen als reduit ingericht door middel van een van schietgaten voorzisne verschansing van zware balken ('de gros bois a créneaux'). De 2 2e vertrokken de 'dames de la ville' met paspoorten van de belegeraars. Patrouilles doorkruisten des nachts het voorterrein, om wanneer de loopgraven werden geopend zulks onmiddellijk te kunnen melden. Om 10 uur in de avond van de 2 ge werden de loopgraven ge opend. Er werden twee attaques geformeerd, n.l. aan de poort van Bertamont en aan die van Havré; ongetwijfeld de het meest in aanmerking komende, zo niet de enig mogelijke plaatsen. Het zwaartepunt lag echter bij de eerstgenoemde; de laatste schijnt voornamelijk ten doel te hebben gehad, een zwaardere druk op de bezetting uit te oefenen. Bij de linker attaque werkten 2000 arbeiders, onder dekking van vier bataljons, onder bevel van een generaal-majoor en een brigadier. De leiding had hier de directeur Hertel. De rechter attaque werd gecommandeerd door een bri gadier met 1000 gravers en twee bataljons, en onder technische leiding van de ingenieur Bauffe. Tegenover het hoornwerk van de poort van Bertamont werd een ggo pas lange parallel 'getrokken', benevens een verbindingsloopgraaf naar het dorp Hion. De verliezen bedroegen hier 3 doden en ^8 gewonden; onder de laatsten drie officieren en een ingenieur1). Bij de poort van Havré werd eveneens een parallel gegraven, doch bij gebrek aan arbeiders, of zoals de prins schrijft, door 'on verwachte toevallen' geen communicatie naar achteren. De ver liezen, hierbij geleden, zijn niet bekend, doch wel dat Cadogan, diens adjudant en nog een officier, 'het werk wat te na komende' gewond werden, Cadogan door een gevaarlijk schot in de hals, waarbij de chirurgijns lang werk hadden, de kogel te vinden. Het ontbreken van de achterwaartse communicatie was misschien Voor de gang van het beleg is gebruik gemaakt van de volgende stukken. Brieven van Joh. W. Friso a. d. St.Gl. 23, 26, 30 September, 3, 7 October (St.Gl. £oi£&) 14, 17 October (St.Gl. £o2<jb) id. a. d. R.v.St. 10, 21 October (R.v.St. 683); Verbaal ged. te velde 26, 30 September, 3, 10, 14, 17, 20 October (St.Gl. 8226); Dagboek van Cornelis v. Werve p. 1^2-19^ (Kon. Bibl., Hs. nr. 71 G 18). 'Relation de la Deffense de Mons en l'année 1709' (Archives du Génie, Art. 15-, Section 3, Carton I, pièce 9), met een plan en twee detailschetsen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1959 | | pagina 589