dorp was vooral van belang wegens de mogelijkheid tot het afgeven
van flankerend vuur in de vlakte ten Zuiden er van, dus tegen de
aanvallende ruiterijHiertoe waren dan ook een aantal kanonnen op
gesteld; andere vuurden in Oostelijke richting, dus frontaal1).
Offuz was insgelijks bezet; het blijkt niet door hoeveel bataljons.
Op de uiterste linkervleugel verdedigde de brigade Zuniga met haar
4 bataljons Autreglise; kort na het begin van de slag werd ook het
regiment Du Roy met 4 bataljons onder Du Barail van de linker
vleugel der infanterie hierheen aangetrokken. Het bevel in Autre
glise voerde de Spaanse luitenant-generaal Grimaldi.
De artillerie, door St. Hilaire gecommandeerd, stond, behalve bij
Ramillies, over de hoogtekam verdeeld.
De verdeling der hogere commando's blijkt niet met zekerheid.
De linker-cavalerievleugel werd naar het schijnt aangevoerd door de
Beierse maarschalk d'Arco; de rechter door Guiscard, onder wie
de generaals Liancourt en Souternon, de infanterie door d'Ar-
Een gevolg van de lineaire slagorde was een grote uitgestrektheid
van het slagveldin dit geval zes km, dat is het dubbele van Welling
tons opstelling bij Waterloo. Bedenken wij, dat Villeroy, ver
gezeld door de keurvorst, zich ergens bij Offuz ophield, drie km van
de plaats, waar de beslissing met de meeste waarschijnlijkheid was te
verwachten, en dat terreingolvingen het overzicht over het slagveld
bemoeilijkten, dan begrijpen wij, dat hij door de gebeurtenissen op
de Zuidelijke vleugel verrast werd.
Het geallieerde leger was in sterkte, althans wat het aantal onder
delen betreft, vrijwel gelijk aan het Franse. Volgens Marlbo
rough's bericht aan Godolphin, de dag na de slag, telden de
bondgenoten 73 bataljons en 123 eskadrons, de Fransen 74 bataljons
en 128 eskadrons, welke getallen overeenkomen met de beiderzijdse
ordres de bataille. Aan artillerie schijnen de geallieerden een be
langrijke overmacht te hebben bezeten, n.l. 100 kanonnen en 20
houwitsers, w.o. een twintigtal 24-ponders, welk kaliber de Fransen
misten 2).
De slagorde werd op de traditionele wijze geformeerdhet voet
volk in het centrum, tegenover Ramillies-Offuz op twee linies,
rechts hiervan 5-4 eskadrons op twee linies van resp. 33 en 21 eska-
34
TAIGNAN.
Van de regimenten Nice en St. Second van de brigade Grimaldi wordt gezegd, dat zij in de slag
vernietigd zijn. Zij worden niet bij de tegenaanval genoemd. Denkelijk hebben zij dus tot de ver
dedigers van Ramillies behoord (Brief v.d. Chevalier de Serancourt van 2$ Mei, Arch. Nat8 Guerre
A i 1936, nr 224).
2) D'Artaignan noemt de regimenten infanterie van Sourches en Bellesunes, welke niet in de ordre
de bataille van i$ Mei voorkomen. Zij namen bij Ramillies aan de tegenaanval deel.