niet vreemd aan het feit, dat de belegerden hier in de namiddag van de 26e September met -j- ^oo man een uitval deden, en niet zonder succes. De heer van Kessel, kolonel van de Spaanse troepen, voerde het bevel. Zestig onbereden dragonders, gevolgd door 100 werk lieden, vielen de belegeraars in front aan, terwijl Kessel hen met zes compagnieën grenadiers in de rechterflank greep. De belegeraars werden blijkbaar verrast. Het Britse regiment van Hill, een broeder van Abigail Hill, werd overhoop geworpen, de arbeiders verjaagd en een deel van de loopgraaf geslecht. Eerst na het ingrijpen van het Hollandse bataljon van Prins Albrecht trokken de aanvallers terug, met verlies van, volgens Franse opgaaf, 30 man, w.o. twee kapiteins der grenadiers, die gedood werden. De geallieerden ver loren twee officieren en 30 soldaten aan doden, 7 officieren, onder wie een luit.-kolonel en een majoor, en 127 man aan gewonden, met inbegrip van de verliezen bij het openen der loopgraven. Deze eerste uitval is tevens de laatste, welke valt te vermelden, wat ongetwijfeld aan de zwakte van het garnizoen is toe te schrijven. Tegenover het hier geleden nadeel boekten de belegeraars deze dag het succes, dat de ingenieur Rietquetseler, aan het hoofd van 300 man, 100 werklieden en met behulp van drie kanonnen, met weinig of geen verlies de redoute van Nimy innam, waarbij een officier en 23 man, benevens twee kanonnen hem in handen vielen. De redoute was van belang omdat zij de brug beheerste waarover de wegen van Brussel, Ath en Enghien naar het kamp voerden, zodat de aanvoer thans belangrijk werd vereenvoudigd. In de eerstvolgende dagen of liever nachten ging het werk aan de beide attaques tamelijk voorspoedig voort. In de nacht van de 26e op de 27e begon men aan het opwerpen der batterijen, en voorlopig twee bij elke attaque. Bij die van Bertamont werd enige hinder ondervonden doordat de grond moeilijk te bewerken bleek. Niettemin werd hier reeds in de nacht van 28 op 29 September een tweede parallel aangelegd; in die van 2 op 3 October de derde, op nog slechts 60 pas van de bedekte weg. Bij de attaque van Havré kwam men al spoedig in laag terrein terechtwij lezen dan ook dat men hier het water uit de loopgraven in de Trouille en andere 'holligheyt' moest aftappen en de bodem ophogen met horden en fascines. De grote tegenslag begon evenwel eerst 30 September toen, bij het einde der maand, een regenperiode intrad. In de nacht van de 30e kon, wegens de zware regen, in geen van beide attaques worden gewerkt. Wel werden in deze en de volgende nacht de stukken in de batterijen gebracht. Bij de attaque van Bertamont twee batterijen SS 2

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1959 | | pagina 590