van tezamen 23 stukken, en nog vier met 36 stukken. Bij die van Havré twee batterijen van resp. 13 en 11 stukken op de Mont Parisel, een derde batterij van of 6 stukken om de versterkingen van de molen van St. Pieter aan de Trouille onder vuur te nemen, en ten slotte nog twee batterijen, elk van ongeveer stukken, waarvan één de lunet ter rechterzijde van het hoornwerk, de ander de barrière van de poort van Havré voor haar rekening nam. Deze barrière vormde het zwakste punt van de eerste contrescarp, doordat hier de weg naar Havré over een dam in de voorgracht liep. Behalve de hier genoemde kanonbatterijen bevonden zich aan de attaque van Bertamont nog twee mortierbatterijen van tezamen 1 £- en aan die van Havré een van 6 of 8 mortieren. Totaal dus meer dan 100 kanonnen en 20 a 30 mortieren. Op 1 October, de verjaardag van de adspirant-koning Karel iii, werd het vuur uit 26 stukken geopend en de volgende dagen met toenemende kracht voortgezet. Aan Franse zijde beschuldigde men de geallieerden ervan, opzettelijk bommen in de stad te werpen, tegen de belofte, gedaan aan een deputatie uit de burgerij en geeste lijkheid, welke met toestemming van Grimaldi had verzocht, de kerken en burgerwoningen te sparen. De bedoeling zou hierbij hebben voorgezeten, de burgerij tegen het garnizoen op te zetten. Elders vinden wij van deze beschuldiging geen melding gemaakt De reeds genoemde ingenieur Rietquetseler boekte in de morgen van 1 October een nieuw succes, door de molen, de redoute en het hoornwerk van Espinlieu in te nemen. Deze werken vormden een bruggehoofd aan de Haine, niet ver van de abdij van Espinlieu, toentertijd reeds ruïne, die in het beleg van 1372 zulk een belang rijke rol heeft gespeeld. Er bevond zich tevens een sluis, die het water van de Haine ophield, en waarvan het bezit dus van veel waarde was. Een kapitein, twee officieren en 40, elders lezen wij 60, soldaten werden gevangen genomen. Twee kanonnen werden buit gemaakt, en in de molen nog 60 zakken graan gevonden. Het hier behaalde voordeel woog echter nauwelijks op tegen de vertraging, die het uitzonderlijke slechte weer veroorzaakte. Niet temin werd er staag doorgewerkt, zowel aan het aanleggen van nieuwe loopgraven als aan het herstellen van hetgeen 'door den swaren regen en wind bedorven en ingestort' was. Aan de attaque van Havré kon in de avond van de 3 e een kleine redoute rechts van het hoornwerk zonder verlies worden genomen. Bij die van Bertamont begon men vanuit de derde parallel met de bedekte sappe over het 553 x) Aldus vlg. J. W. Friso a. d. St.Gl. 3 October. 'Relation' p. 10, 11.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1959 | | pagina 591