Ondertussen had zijn compagnie Gardes du Corps, terwijl zij op weg was naar het garnizoen, een ontmoeting met de beruchte Desmoulins of du Moulin welke slecht voor haar afliep. Bij Putten, ongeveer tussen Lier en Mechelen, overviel haar de partij ganger met een troep van 130 ruiters in een holle weg. De com mandant, de majoor Favre de Beauregard, sneuvelde; drie offi cieren en een zestigtal man werden krijgsgevangen gemaakt; 80 paarden, een standaard en een paar keteltrommen vielen de vijand in handen. Het overschot van de compagnie redde zich binnen Mechelen. Du Moulin had op de zelfde raid nog vóór deze ont moeting een troep cavalerie onder Leuven op de vlucht gejaagd, en nadien de bagage van de prins van Hessen-Kassel buitgemaakt1). SPANJE EN PORTUGAL Evenmin als aan de Rijn en in Italië vielen dit jaar op het Iberisch schiereiland belangrijke beslissingen te boeken. De wederzijdse krachten hielden elkaar ongeveer in evenwicht. Voor de geallieerden was een gunstige omstandigheid, dat in het afgelopen najaar het conflict tussen de Keizer en de Paus was be ëindigd, zodat in Italië troepen vrij kwamen voor de strijd in Catalonië. Starhemberg ontving dan ook in Mei een versterking van vijf Napolitaanse en drie keizerlijke regimenten, tezamen een 5000 man uitmakende, welke onder geleide van een Brits escader onder de schout bij nacht Whitaker werden overgebracht 2). Zolang echter geen verdere versterking opdaagde, waarop Starhemberg hoopte, kon van een krachtig offensief geen sprake zijn, en was een afwachtende houding geboden. Zoals steeds lieten uitrusting en verzorging van de troepen, de voorziening der maga zijnen en het treinwezen zeer veel te wensen over, zowel wegens het chronisch gebrek aan geldmiddelen als onder invloed van de voorafgegane strenge winter. Gelukkig voor de geallieerden deden deze nadelige invloeden zich bij de tegenpartij niet minder gelden. Ook Philips v had in hoge HOOFDSTUK IX ij en 2j Nov. naar Engeland (Murray IV-638, 643). Lamigue, Leven van Joh. Willem Friso, II-173. x) Lamigue II-174Pelet IX-112, 113. 2) De Vooght v. Rynevelt I-3 31

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1959 | | pagina 599