bijgedragen dat in deze tijd een Britse vloot onder Baker en Stan hope op de kust van Andalusië werd gesignaleerd. De Engelse regering had namelijk het plan opgevat, nu de vrede in zicht was en daarmee de afstand van Spanje aan Karel van Habsburg actueel zou worden, zich nog vóórdien van het bezit van Cadiz te ver zekeren. Hiertoe was de vloot van Baker bestemd, die landings troepen, n.l. 8 bataljons en een regiment dragonders, uit Engeland overbracht, en waarbij Stanhope zich voegde met twee van Port Mahon medegebrachte bataljons. Om een of andere reden heeft echter de expeditie tegen Cadiz geen voortgang gehad, waarna de ervoor bestemde troepen, gelijk wij reeds boven zagen, te Barcelona aan land werden gebracht, weliswaar nadat Starhemberg de winter kwartieren reeds had doen betrekken x). hoofdstuk x OORLOG AAN DE RIJN, IN ITALIË EN TER ZEE Op het oorlogstoneel aan de Rijn scheen meer en meer het fatum te gaan rusten van trage en slappe oorlogvoering. De veldtocht van 1709 maakt geen uitzondering op wat hier langzamerhand regel was geworden 2). Tijdens de winter waren de tegenstanders in het Zuiden geschei den door de Rijn, met dien verstande dat de Fransen een aantal bruggehoofden aan de rvier bezet hielden, als Alt Breisach, Kehl, en Hüningen, en dus ten allen tijde vrije toegang hadden tot de strook gronds tussen de Rijn en het Zwarte Woud. Uitbreiding in Noordelijke richting op de rechter Rijnoever werd echter gestuit door de linies van Ettlingen niet ver ten Zuiden van Karlsruhe, gelijk voorheen door die van Stolhofen. Op de linkeroever hielden de Fransen de linies van de Lauter bezet, en was Landau nog steeds het voornaamste bolwerk der geallieerden. Deze, gedurende de winter onder bevel van Thungen, waren, met 42 bataljons en 61 eskadrons, aanvankelijk overmachtig ten opzichte van de Fransen onder du Bourg, wier sterkte als 37 S&7 x) Von Noorden III-J72 'Feldzüge' XI-228, 229; Van Rynevelt I-332, 338, 337. 2) Voor dit hoofdstuk, dat slechts een vluchtig overzicht beoogt, is gebruik gemaakt van de beschrij vingen in 'Feldziige' Dl. XI en Pelet Dl. IX; voor de verrichtingen ter zee van De Tonge Zeewezen Dl. IV.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1959 | | pagina 605