Langzamerhand kwam hierin echter verandering. De zware lasten ten behoeve van leger en vloot en van de hoge rente der oorlogs leningen deden ook bij het Engelse volk een afkeer van de oorlog ontstaan. Daarbij kwam dat juist de overwinningen te velde de vrees voor de 'universele monarchie', de eigenlijke beweegreden tot de krijg, deden verdwijnen. Dit alles, gevoegd bij duurte, slechte oogsten, afkeer van de ook in Engeland ingevoerde, hoewel beperkte, gedwongen recrutering, moest wind in de zeilen brengen van de Tories, die feitelijk steeds tegen de oorlog gekant waren geweest. De omslag in de volksgeest kwam plotseling aan het licht in het voorjaar van 1710 in de zaak van Sacheverell, een hoogkerkelij ke en Tory-fanaticus, die wegens een onbehoorlijke, tegen de Whigs gerichte preek te recht stond. Hij werd weliswaar tot een betrek kelijk lichte straf veroordeeld, maar als martelaar gevierd, en het geheel nam de omvang aan van een nationale demonstratie tegen de Whigs en de met deze verbonden dissenters, en vóór de vrede. Nu ten duidelijkste gebleken was, dat de Whigs niet langer op de volkswil steunden, kon Harley met succes het breekijzer zetten in het door hen gevormde ministerie, en van nu af gaat het met de macht der oorlogspartij snel bergaf. Het begon met de benoeming, in April, van Shrewsbury, als een gematigde Whig te boek staande, maar voorstander van de vrede, tot Lord Chamberlain. Het geval trok de aandacht in het buitenlandzowel Heinsius als Eugenius van Savoye informeerden bij Marlborough naar mogelijke con sequenties. Deze zag de toestand reeds ernstig in, doch hoopte nog op een doorslaand succes te velde en spoedige vrede1). Voor wie nog mochten twijfelen sprak, in Juni, het ontslag als staatssecretaris van Marlborough's schoonzoon Sunderland een duidelijke taal. Van de dure betuigingen van koningin Anna dat het hierbij zou blijven werden de bondgenoten geen slachtoffer. Zowel de Staten als de Keizer antwoordden met vertogen ten gunste van Marlborough, van het bestaande bewind en de Grote Alliantie, doch de tegenpartij sloeg hier munt uit als zijnde bemoei ing met Engelands interne aangelegenheden. De waarde der officiële betuigingen bleek, toen op 8 Augustus de lord Treasurer Godolphin, Marlborough's rechterhand, zijn afscheid ontving. Practisch betekende dit de oplossing van het ministerie; successievelijk werden nu ook de andere ministers door Tories vervangen. In September volgde de ontbinding van het Heinsius aan Marlborough 3 Mei, bij v. 't Hoff nr. 837. Eugenius v. Savoye aan Sinzendorff 8 Mei (Feldzüge XII, Suppl1 p. 69). 519

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1959 | | pagina 617