Parlement, en toen in de volgende maand de verkiezingen een grote
overwinning van de Tories brachten was het pleit beslecht.
Dat Marlborough nog niet aanstonds werd ontslagen was
slechts te danken aan het feit, dat ook de nieuwe regering niet bij
machte was, de oorlog binnen korte tijd te beëindigen en hij te velde
voorshands onmisbaar was; ten slotte had men ook met de bond
genoten rekening te houden, met name met de Republiek, die
zeker niet iedere vervanger zou accepteren. Evenwel bood men
bedektelijk de functie aan de keurvorst van Hannover aan, doch
deze ging er niet op in. Bleef de hertog dus voorlopig op zijn post,
met zijn invloed in staats- en ten dele zelfs in krijgszaken was het
gedaan.
Walpole, met wie hij goed kon samenwerken, werd in Sep
tember buiten zijn voorkennis, als 'Secretary at War' vervangen
door Granville; het oppergezag in militaire zaken kwam echter
bij zijn vijand St. John te berusten. Voortaan werden, als hete nigs-
zins kon, zijn adviezen genegeerd, zijn voorstellen afgewezen, zijn
aanbevelingen in de wind geslagen; weinig werd nagelaten, wat er
toe strekken kon, hem het leven minder aangenaam te maken. Te
gemakkelijker viel dit, omdat de partijschap van Whigs en Tories
zich ook in het leger, d.w.z. in de hogere officiersrangen, in niet
geringe mate deed gelden. Marlborough's grootste vijand hier
was Argyll; ook Orrery, Webb en Hill behoorden tot zijn
tegenstanders, die thans vanuit Engeland werden gesteund
Dat de hier in het kort geschetste ontwikkeling de bondgenoten
met grote zorg vervulde, is even natuurlijk, als dat zij in Frankrijk
met hoop en vreugde werd gadegeslagen. Voor de afloop van de
oorlog was zij van meer belang dan de in dit jaar voorgevallen
krijgsbedrijven; het is daarom goed, deze laatste tegen de achter
grond der in dit jaar zo hoogst belangrijke staatkundige gebeurte
nissen te beschouwen 2).
Opmerking verdient in dit verband Goslinga's schrijven aan Heinsius: je dois pourtant
vous dire que l'aparente disgrace de Milord éclate si fort a l'arméé, que les officiers Anglois le
negligent quasi entièrement'(29 Juni 1710, Heins. arch. 1^07, zie Bijlage 53).
2) Voor de val van Marlborough en de WhigsChurchill II hs. 1 £-20, en Trevelyan, 'The Peace etc',
hs. n, III en IV.
5 80