De Raad van State sloot de nodige contracten tot voorziening
van de magazijnen. Bij de aanleg werd er naar gestreefd, dat de
vijand uit de plaats der magazijnen geen gevolgtrekkingen zou
kunnen maken aangaande het veldtochtsplan. Het gehele, in de
winterkwartieren liggende leger had een sterkte van 170 bataljons
en 270 eskadrons. Wat de fourage aangaat rekende men op 200
rantsoenen per eskadron, wat dus ^4000 rantsoenen uitmaakte:
het totale aantal paarden werd begroot op 80 000. Daar de voorraad
zou moeten strekken van half April tot eind Mei, dus ongeveer
4£ dagen, waren ruim 3 Va millioen rantsoenen nodig, bestaande
uit i g pond hooi en 7 Va pond haver. Daar slechts een deel van de
prijs door de soldaten of andere eigenaars werd betaald, n.l. 6
stuivers, kwam de fourage te staan op 1 600 000 gulden. Het blijkt
niet of hierbij de transportkosten inbegrepen waren; deze waren
in allen gevalle niet gering, vooral voor het volumineuze vervoer
van hooi, dat per schip ten dele uit Friesland en andere afgelegen
streken moest worden aangevoerd1).
De broodvoorziening was blijkbaar weer grotendeels in handen
van Portugese Joden. Aan Nederlandse zijde vinden wij de 'prove-
diteurs' van der Kaa en Castano, voor de troepen op Britse soldij
Medina en Antunis met nog een associé. Van der Kaa en
Castano leverden, behalve aan de Nederlandse troepen, nog elk
een vijfde van het brood voor de Engelsede resterende drie vijfden
kwamen voor rekening van Medina met zijn twee compagnons.
De Staten schoten contant V» van het totaal voor a f 400 000,
Engeland 3/s of f 240 000. Verboden werd, meer brood te leveren
dan werkelijk aan de troepen werd uitgedeeld, en de aannemers
moesten onder ede verklaren dat al het in rekening gebrachte brood
ook inderdaad was geleverd. Het broodrantsoen bedroeg per vier
dagen een brood van zes pond, dat 6 15/is stuiver kostte; per acht
dagen dus 13 7» stuiver. De soldaten betaalden hiervoor per acht
dagen 11 7s stuiver; het overige paste de betrokken regering bij.
Daar men het gehele aantal rantsoenen bij de aanvang van de veld
tocht op ca173 ooo mag stellen (170 bataljons a 700- en 270 eskadrons
a 200 rantsoenen) waren de kosten voor de beide regeringen dus
ongeveer f 20 000 per dag, waarvan j/8 voor rekening van de Staten.
Denkelijk was voor de fourage een dergelijke verdeling gemaakt,
hoewel wij er geen bepaalde bewijzen van hebben aangetroffen2).
De contracten met de provediteurs kwamen niet zo vlot tot
stand als wenselijk was. In het vorig jaar hadden zij namelijk ten
584
Philip Vegelin, Relaas, f. 28, 29 (R.v.St. 1897).
2) Murray IV-68^, 692; contract aid. 697.