zodoende was het belegeringspark niet vóór de 24e van Dordrecht vertrokken. De aankomst voor Douai was dus niet voor 8 of 10 Mei te verwachten, en dan moest de wind nog gunstig blijven. Op zijn minst viel dus met twee weken tijdverlies te rekenen1). Intussen kon echter met de gewone noodzakelijke voorberei dingen worden begonnen. Hiertoe behoorde allereerst de circum- vallatielinie, waarmee de 2ye een aanvang werd gemaakt. Na drie dagen was zij zover gevorderd dat de cavalerie voorlopig gemist kon worden; zij werd die dag voor het merendeel ten Noorden van de Scarpe gelegerd tussen Raimbeaucourt en Bouvigny waar zij gemakkelijker uit de magazijnen van Doornik en Rijssel kon worden gevoed. De zelfde dag werd reeds begonnen met de werkzaamheden tot afleiding van het water van de Scarpe. Hiertoe werd een dam gelegd bij Biache, g km boven Vitry, en een tweede bij Arleux, waar het kanaal van de Molinet in verbinding stond met de Sensée. Door deze maatregelen werd verkregen dat de Scarpe door een bestaande terreininzinking afliep naar de Sensée en vervolgens naar de Schelde in de richting van Valenciennes 2). Intussen kozen Marlborough en Eugenius hun hoofdkwar tieren ten Noorden van de Scarpe; resp. te Flines en te Forest, waar zij over de bruggen van Raches en Auby in gemakkelijke verbinding stonden met hun infanterie, die geheel binnen de circumvallatie was gelegerd. Tilly's hoofdkwartier was ten Zuiden van de rivier, te Lalaing. De ie Mei veroverde een detachement van 800 man onder Schulenburg met behulp van enig geschut na enkele uren tegen stand het kasteel Wagnonville, dat min of meer hinderlijk had kunnen worden voor de belegeringswerkzaamheden. De bezetting van ruim 100 man werd krijgsgevangen gemaakt. Het ongeluk wilde, dat kort na de inneming een buskruitontploffing in een der kelders plaats had, waardoor van Schulenburg's afdeling o.a. een majoor en twee kapiteins sneuvelden en ook van de tegenpartij enigen het leven verloren 3). Het blijkt intussen, dat de Staten-Generaal de 30e April zowel tot Eugenius als tot Marlborough klachten hadden gericht wegens 'disordres' bij de troepen. Inderdaad waren deze voorge komen, bij de snelle en enigszins overhaast ingezette opmars. Marlborough had, om hierin te 'remediëren' reeds de 23e 599 J) Feldzüge XII, Suppl' 34, 33; V. 't Hoff nr. 832, 834; Murray V-11. 2) V. 't Hoff nr. 835. Murray V-i 1Voor een en ander zie men de kaart bij Fricx. Allard, 'Rela tion du siège de Douay in 1710' (Spectateur Militaire 1833, p. 336). 3) Ged. te veldea.d. St.GI., 1 Mei 1710 (St.Gl. 8227), verder aangehaald als 'verbaal ged.'Murray V-14. Eur. Merc. p. 293 noemt een ander kasteel, nl. Orignies.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1959 | | pagina 639