dubbeld; de ravelijnen 30 en 29, die onbemuurd waren, werden op de berm en in de gracht van palissaden voorzien. Het front werd in tweeën verdeeld, en beide helften aan een maréchal de camp toege wezen de Noordelijke aan de Dreux, de Zuidelijke aan Brendlé. Tevens werden de bezettingen voor de verschillende werken aan gewezen, hare aflossing en de bewakingsdienst geregeld. Nadat de 3e de parallel en de communicaties verder waren afge werkt, werd reeds in de nacht van 6 op 7 Mei bij beide attaques de tweede parallel gegraven. Ook werd begonnen met de bouw van een batterij van 6 stukken, bestemd om de redoute op de Mont de Douai, die veel hinder veroorzaakte, te vernielen. De beide tweede parallellen vormden geen geheel als de eerste, doch tussen de twee helften bleef een ruimte van ongeveer 300 m. Dit en de grote afstand tussen de eerste en tweede parallellen, als mede de omstandigheid dat de linker attaque met haar linkervleugel geen aanleuning vond in het terrein, schiepen goede kansen voor een uitval, en Albergotti wilde deze niet onbenut laten. Hij ge schiedde om i o uur van de 7e door alle 16 compagnieën grenadiers van het garnizoen als eerste 200 fuseliers en 300 werklieden onder Valory als tweede echelon. Met de door deze troepen uit te voeren frontale aanval ging een aanval in de linker flank der gealli eerden gepaard, waartoe een 200 dragonders waren bestemd. Het bevel over de uitval voerde de brigadier Mortemart. Een krachtig geschut- en geweervuur begeleidde de aanval, die een groot succes werd. Het Engelse regiment van Sutton, dat het meest naar voren geposteerd stond en veel nieuwe troepen bevatte, werd overvallen en voor een groot gedeelte 'geruïneert'. De arbeiders werden uit de tweede parallel verdreven en deze voor een deel geslecht. Eerst na het ingrijpen van de andere wachtbataljons, die van Schmidt, Mestral en Salisch, kwam een einde aan de slachting, en namen de Fransen op bevel van Albergotti de terugtocht aan die, onder dekking van het vuur uit de bedekte weg, in goede orde en naar het schijnt met een verlies van niet meer dan 20 man werd volbracht. Het regiment Sutton had niet minder dan 114 doden en 108 ge wonden; tot de eersten behoorde de majoor, tot de laatsten de luitenant-kolonel; twaalf officieren waren gedood of gewond. De Zwitsers van Schmidt hadden 13 doden en 39 gewonden; de twee andere bataljons kwamen er met geringe verliezen af1). De verdere nacht ging heen met het herstel van de wanorde en het weer ver- 604 b Joh- WillemFriso a. d. St.Gl. 8, 12 Mei 1710, I.e.; Murray V-19; Eur. Merc. 29S; Albergotti aan Bernières, Douai 7 Mei 1710 (Guerre Al 222S nr. 163); Allard I.e. 361 vlg. Atkinson in Army Hist. Res. nr. 24, 1946, p. 8j.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1959 | | pagina 644