Willem IJssel, met de luitenant-kolonel Philip Willem Baron van Verschuer als ondercommandant x). Hoewel wij lezen, dat het geschut der verdedigers de volgende dag reeds grotendeels tot zwijgen was gebracht, moeten wij uit het dagverhaal van Allard opmaken dat het feitelijk tot het einde van het beleg is blijven vuren. Op de wallen was de uitwerking niet groot, 'terwijlen de aerde seer hart en tegens de cogels resisteert', naar Johan Willem Friso be richt. Ook blijkt, dat de batterijen der linker attaque wegens de te lage opstelling slechts een klein deel van de muren kon zien en be- vuren. Erkend wordt echter dat het vuur veel 'desordres' veroor zaakte en de bezetting tot veel herstellingswerk noodzaakte. Ook dat de bommen, die nacht en dag zonder ophouden werden gewor pen, veel schade, zowel in de binnenruimte als aan de wallen, ten gevolge hadden 2). Een voordeel voor de belegeraars was intussen, dat zij middelen hadden gevonden, het Deule-kanaal weer bevaarbaar te maken tot Pont d'Auby, wat de aanvoer uit de Rijsselse magazijnen zeer verge makkelijkte. Van Franse zijde vernemen wij ook, dat het water rondom de stad reeds de 9e aanmerkelijk was gezakt wegens het af leiden van de Scarpe. Albergotti maakte zich om deze reden zorgen om de Mont de Douai, te meer omdat de molens der stad zich daar bevonden. De geallieerden hebben zich echter blijkbaar tevreden gesteld met het neutraliseren van het vuur dier hoogte, en zich ver der gedekt door traversen3). Des nachts van 14 op 1 Mei kon men aan de rechter attaque be ginnen met het passeren van het water voor de tweede contrescarp, waartoe vier dammen werden aangelegd; de volgende nacht begon ook aan de linker attaque het maken van 'descentes' naar de voor gracht, die hier 36 voet breed en 6 voet diep was. In de nacht van de 1 7e werd ook begonnen met een nadering naar de saillant van het glacis vóór het ravelijn 27. Hierbij werden drie doorgangen onder een verhoogde weg gemaakt, om welke reden deze nadering voor taan 'Het werk van de drie gaten' werd genoemd4). Over Philips Willem Baron van Verschuer: Kuipers, Gesch. der Ned. Artie III-72. Rousset 311. 2) Vervoer der artillerie over land was ook noodzakelijk doordat de Fransen vijf schepen in de Scarpe hadden laten zinken (Verbaal ged. i^Mei). Murray V-19-22 Joh. Willem Friso a. d. St.Gl. ig Mei I.e., vgl. Murray V-26, en Eur. Mere. 297. Maatregelen ter beveiliging van de verbinding met Rijssel door detachementen onder Hunerbein: Feldzüge XII-1654 Allard 367 vlg. 3) Albergotti, Douai 9 Mei 1710, Guerre A 1 222^ nrs. 167, 168. 4) Voor het verloop van het beleg is verder voornamelijk gebruik gemaakt van de brieven van Joh. Willem Friso a. d. St.Gl. (St.Gl. £028), het verbaal der gedeputeerden, en Eur. Mere. 297 vlg. De uitvoerigste beschrijving van het beleg is die van de Franse kapitein der genie Allard in de 'Spectateur Militaire' Tome 16e 1833, p. 3^2-390, 492-^28, 609-626. Deze heeft o.a. gebruik gemaakt van 'Relation de la campagne de l'année 171 o', a la Haye, Pierre Husson 1711door J. V. S.in wie wij de secretaris van de erfprins van Hessen-Kassei, Sevenhoven, menen te herkennen. 606

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1959 | | pagina 646