In dit stadium achtte Albergotti de tijd gekomen voor een twee de grote uitval. De samenstelling van het aangewezen detachement was de zelfde als bij de uitval van de jehet bevel voerde ditmaal de markies De Fervaques. De uitval zou gericht zijn tegen de linker flank van de linker attaque. Om twee uur des nachts van 16 op 17 Mei verliet het detachement de bedekte weg. In tegenstelling met de uitval van de 7e werd deze een volkomen mislukking. Een deel der troepen sloeg in het duister een verkeerde richting in en belandde op grote afstand van het aangewezen doel. Enig geboomte zagen zij voor vijandelijke cavalerie aan, en voor deze denkbeeldige bedreiging kwam de verdere opmars tot staan. Onverrichter zake keerde Fer vaques naar de vesting terug1). Het overtrekken van de voorgracht en van het onder water staande terrein vóór de rechter attaque ging met grote moeilijkheden en zware verliezen gepaard. Bij gebrek aan aarde moest veel met ga bions worden gewerkt. De aan de passages werkende arbeiders stonden allerwege aan flank- en bij de linker attaque zelfs aan rug- vuur bloot, vooral uit de flêche voor het ravelijn 30, hoewel deze door een afzonderlijke, de 17e opgeworpen batterij van 4 stukken werd beschoten. Na vier nachten van zware arbeid hadden de 2oe in beide attaques de dammen de overkant van het water bereiktalleen aan de nadering van de 'drie gaten' kampte men nog met de breedte en diepte van het water. De dammen dienden nu nog van 'epaule- menten' of zijweren en blinderingen te worden voorzien, waarmee nog een paar dagen heengingen. In de nacht van 21 op 2 2 Mei vatten de aanvallers bij beide attaques post op het glacisbij de rechter logeerden zij zich met 1 $o man aan de voet van het glacis van de vóórcontrescarp voor ravelijn 28, bij de linker in de saillanten vóór het ravelijn 39Onmiddellijk volgde een reeks van tegenaanvallen: volgens het Franse dagverhaal zelfs drie bij elke attaque. Bij de rechter handhaafde de belegeraar zich in zijn logement; bij de linker moest het na twee aanvallen worden verlaten. Johan Willem Friso, die de actie in de loopgraven bij woonde, liet het echter de 2 2e midden op de dag opnieuw bestormen en thans werd het, hoewel niet zonder tegenstand, definitief bezet. De volgende nacht slaagden de belegeraars er in, zich ondanks ver scheidene tegenaanvallen, te nestelen in de saillant vóór het ravelijn 27, en bij de linker attaque in die vóór het ravelijn 30. Hun eerste zorg was thans, de logementen zijwaarts langs de gracht uit te brei den, en voorts begonnen zij al spoedig, ten einde de Franse mijnen Allard Goj

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1959 | | pagina 647