van Engeland onder zijn gewone titel van Chevalier de St George,
de hertog van Bourbon, Arco, als commandant der Beierse
troepen, en Berwick. Deze laatste arriveerde de 2ie, hoewel hij
feitelijk voor het opperbevel in Dauphiné was bestemd. Opmerkelijk
is, dat men de anders zo geprezen combinatie Villars-Boufflers
niet heeft hernieuwd. Misschien was men bij nader inzien met het
beleid van laatstgenoemde bij Malplaquet toch niet geheel tevreden,
en verkoos men daarom te velde de overwinnaar van Almansa
boven de verdediger van Rijssel1).
Het leger bij Cambrai telde volgens de ordre de bataille van
24 Mei i£3 bataljons en 268 eskadrons. Bij een gemiddelde sterkte
der bataljons van 350 man, en der eskadrons van 110 ruiters, mag
de getalsterkte dus op 80 a 8^ 000 man worden begroot.
De sterkte welke de geallieerden hier tegenover konden stellen,
is niet met zekerheid bekend. Volgens een ordre de bataille van
het leger bij Douai moet zij totaal 171 bataljons en 274 eskadrons
hebben bedragen. Van deze werden, toen de vijand naderde, 28
bataljons voor Douai gelaten; 8 Paltsische kwamen, naar wij lezen,
eerst de 31e aan, zodat ten hoogste 13^ bataljons in slagorde kunnen
hebben gestaan. Ook van de eskadrons was een zeker aantal ge
detacheerd 2).
Zodra 's vijands concentratie bij Cambrai bekend was, ontving
de gehele cavalerie order, de 23e 's morgens marsvaardig te zijn.
Denkelijk was zij reeds eerder teruggekeerd over de Scarpe, hoewel
wij hiervan geen blijken vonden. De 24e verliet het leger de circum-
vallatie en werd een kamp betrokken in de lijn Arleux-Vitry-
Quiery, ten einde naar gelang van omstandigheden ten Oosten of
ten Westen van Douai te kunnen optreden.
De Staatse infanterie, 3^ bataljons, bleef onder Fagel voorlopig
het Oostelijk front der circumvallatie bezetten van Wazières tot
Fierin aan de Molinet. Twaalf eskadrons bezetten Pont a Raches
tot het escorteren van de convooien van Doornik 3).
De Franse concentratie bij Cambrai diende blijkbaar om de
plannen niet te spoedig te verraden. In de morgen van de 26e
marcheerde het leger naar de zijde van Arras, en legerde zich met
de rechtervleugel bij Sauchy-Estrée, de linker bij Monchy.
6i2
J) Peietx-32.
2) De Franse Ordre de bataille bij Pelet X-277. Sterkte der bataljons en eskadrons resp. pl. min. 3^0
en no man: aid. p. 30. Ordre de bataille van de geallieerden: Feldzüge XII-^87 vlg. Volgens
Sevenhoven (zie p. 606, noot 4) telde het geallieerde veldleger in deze tijd 128 bataljons en 263
eskadrons; dat der Fransen 1 <j6 bataljons en 261 eskadrons.
3) Journaal van de kwartiermeester-generaal Ivoy over 1710, 24 Mei (A.R.A., Stadhouderlijke
secretarie nr. 2^6).