voornemens is, slag te leveren en beiden dit ook vrij zeker van elkaar weten1). De 28e schoof Villars nog iets meer naar het Westen op en betrok hij een kamp onmiddellijk ten Oosten van Arras, tussen deze stad en Fampoux. Bruggen werd over de Scarpe geslagen, en de 29e Mei werd, onder tromslag en trompetgeschal, de rivier gepasseerd en een kamp betrokken ten Noorden van Arrasrechts aangeleund aan de Scarpe, de linkervleugel met de Mont St. Eloy in de rug. Op de mars van de 28e antwoordden de geallieerde veldheren door het leger naar rechts te doen opschuiven. Eugenius bezette de ruimte tussen het moeras van Montigny, dat aan het Deule- kanaal aansloot, en Beaumont; Marlborough stelde zijn rechter vleugel en centrum op van Beaumont tot Vitry; de linker, dus de Staatse troepen, van Vitry tot Arleux, met dien verstande dat de infanterie der tweede linie onder Fagel nog de Oostelijke circum- vallatie bleef bezetten van Dichy tot Ferin. Dat de linkervleugel nog niet in de vlakte van Lens werd aangetrokken, geschiedde omdat nog rekening gehouden moest worden met eventuele onder nemingen van een gedetacheerd korps tegen Arleux of de Ooste lijke circumvallatie. Toen de 30e 'met het lumieren van den dag' de zekerheid werd verkregen van het passeren van de Scarpe, kreeg ook de linker vleugel opdracht, zijn plaats in te nemen in het reeds gemarkeerde kamp tussen Hennin-Lietard en Vitry. Omstreeks de middag ver scheen een veertigtal vijandelijke eskadrons aan de zijde van Mon- tauban tegenover de geallieerde linkervleugel. Weldra volgden andere troepen, en al spoedig bleek het gehele Franse leger in aantocht te zijn. Aanstonds kwamen de geallieerden in de wapenen; de linie van redoutes werd bezet met artillerie en infanterie; 20 bataljons van het insluitingskorps kregen order, zich bij het leger aan te sluiten, en ook zelfs de 1 5 bataljons, welke onder Fagel in de linies waren gebleven, doch van deze kregen 12 tegenbevel; deze bleven in hun vorige positie, thans onder Lauder 2). De vijand stelde zijn leger evenwijdig aan dat der geallieerden in bataille ongeveer in de lijn Fampoux-Avion, met het hoofdkwar tier te Arleux en Gohelle. Sommige cavalerieafdelingen naderden tot op een kanonschotafstand, doch naar zijn bewegingen te oor delen lag een aanval nog op deze dag niet in zijn voornemen. Niet onmogelijk was echter, dat hij, onder dekking van een scherm van Pelet X-35; Eugenius aan Joseph I 27 Mei (Feldzüge XII, Suppl1 p. 61). 2) Journaal Ivoy 25-30 Mei. Marlborough aan Boyle 26, 27 Mei, 2 Juni (Murray V-33, 35, 39). Plan van de linies en van de stelling der geallieerden op 28 Mei in de atlas van Fricx. 614

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1959 | | pagina 654