en de bezetting vermeerderd, doch desondanks vermeesterden de Fransen de post nog de zelfde dag zonder tegenstand en maakten de bezetting van een 200 man krijgsgevangen. Aanstonds verschaften zij het water van de Scarpe vrije doorgang en verstopten zij de ver binding met de Sensee. Het doel hiervan was enerzijds, de dam bij Vitry te doen doorbreken en aldus de sterk gezakte inundatie om Douai te herstellen, anderzijds die in de sector Arleux-Vitry te doen aflopen, en dan zo mogelijk nog een aanval in dit gedeelte te doen. Geen van beide doeleinden werd bereikt. Het Scarpewater wisten de geallieerden zijwaarts af te leiden vóór het de dam bij Vitry bereikte, en het kanaal naar de Sensee openden zij reeds de volgende dag, nadat de vijand de post had verlaten. Deze zelfde dag, n.l. 3 Juni, waren de oevers van de Scarpe ge tuige van een voorval dat enige opspraak verwekte. Villars en de erfprins van Hessen waren beide op verkenning, elk aan een kant van de rivier, en onder escorte van enige eskadrons. De maarschalk verzocht, de eer te mogen hebben van een onderhoud, dat ver volgens aan de oevers plaats had. Villars stelde de hem verge zellende generaals voor, o.a. de Britse pretendent; Hessen-Kassel liet zijn eskadrons het zwaard trekken, bij wijze van eerbewijs. Ten slotte nodigde de maarschalk de erfprins en zijn generaals ter maal tijd, met belofte van het leger in revue te laten zien, wat de erfprins echter hoffelijk afsloeg. De prinsen namen het geval, dat buiten hun voorweten was geschied, kwalijk en verboden voor het vervolg dergelijke ontmoetingen, evenals de plaatselijke wapenschorsingen waarmee zij gepaard gingen. Van de gedeputeerden was voorname lijk Wichers uit zijn humeur, bewerende dat generaals er waren om te vechten en niet om complimenten te maken, maar hij vond bij zijn collega's weinig steun in deze zonderlinge opvatting. In de morgen van de 4e Juni braken de Fransen hun kamp op en keerden terug naar de uitgangsstelling van de 29e Mei, tussen Fampoux en de Mont St. Eloy; de ontzetpoging kan men hiermee als definitief geëindigd beschouwen1). Tot de 17e bleef Villars in dit kamp, uit de verte nog enigszins een bedreiging vormende. Belangrijke krijgsbedrijven vielen in dit tijdsbestek niet voor; het bleef bij enkele op zich zelf staande onder nemingen. Als zodanig is te noemen een fouragering, welke de Fransen de 8e hielden dicht voor de linkervleugel der geallieerde linie met de bedoeling, de tegenpartij uit haar posities te lokken. 6l6 Verbaal ged. 2, 3 en 4 Juni. Eur. Merc. 2e st. 126. Ontmoeting van Hessen-Kassei en Villars: Eur. Mere. 126; Sevenhoven aan Obdam, Kamp van Vitry, Juni 1710 (Arch. Twickel); Ph. Vegelin, Relaas fol. 36, 37.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1959 | | pagina 656