opgehouden zetten de bondgenoten de 12e de mars voort; het
hoofdkwartier komt bij Villers-Brulinde linkervleugel aangeleund
aan de bossen van de Mont St. Eloyde rechter strekte zich ongeveer
uit tot aan de bronnen van de Lave, de beek die naar Bethune
stroomt. Hoewel de linkervleugel door een bosrijke streek met
moeilijke défilé's had moeten marcheren, waren er geen tekenen,
dat de tegenpartij haar gunstige stelling zou verlaten. Besloten werd
derhalve tot het beleg van Bethune; de 13e werden hiertoe de be
schikkingen getroffen1).
Voor het beleg werden aanmerkelijk minder troepen, althans
aan infanterie, bestemd dan voor dat van Douai, n.l. 26 bataljons
en 18 eskadrons, w.v. 9 bataljons en 6 eskadrons van het leger van
Eugenius, 17 bataljons en 12 eskadrons van dat van Marlborough.
De aanval zou in twee attaques geschieden, resp. onder de generaals
der infanterie Fagel en Schulenburg. Elk had onder zich twee
luit.-generaals, vier generaal-majoors en acht brigadiers der infan
terie, een luit.-generaal, een generaal-majoor en twee brigadiers
der cavalerie. Als directeur der approches fungeerde Hertel bij de
attaque van Schulenburg, de Bruyn bij die van Fagel, ieder met
10 a 12 ingenieurs. Elke attaque kreeg 100 wagens ter beschikking
voor het vervoer van materialen. De artillerie met toebehoren
werd de 16e te Douai ingescheept. Om de beide attaques gelijk te
maken hadden 4 bataljons en 3 eskadrons van Marlborough op
dracht, zich de 13e bij het leger van Eugenius aan te sluiten 2).
De 14e Juli passeerde het gehele leger de revue voor de beide
veldherende 1 ^e marcheerden de twee korpsen van het insluitings-
leger naar Bethune, dat van Fagel onder de luit.-generaal van
Pallandt. Hierbij bleek een vergissing te zijn begaan: de 9 eska
drons van Fagel waren abusievelijk met het korps van Schulenburg
meegemarcheerd, zodat Pallandt die dag zonder cavalerie was,
het wapen dat voor de berenning ener vesting in de eerste plaats
van node was. Eerst in de avond kwamen de ontbrekende eskadrons
op de plaats van bestemming. Pallandt legerde zich die dag ten
Oosten van de stad aan de zijde van Verquineuil en Beuvry, Schulen
burg bij het dorp en de abdij van Choques, om de weg naar Aire
af te sluiten. Nadat de 16e het gros der troepen was aangekomen,
werd de stad de 17e nauwer ingesloten en werd het kamp afge
stoken; Schulenburg legerde zich van de brug van Seffelinge tot
630
Uitvoerige beschrijving en orders voor de mars in het journaal van Ivoy (ziep. 612 noot 3), 10
en 11 Juli.
2) Journaal van Ivoy: 'Memorie voor de belegeringe van Bethune', 'Dispositie van den 13e July
voor de belegeringe van Bethune', 'Memorie voor het brood en voor 't convoy van ammunitie
van oorlog den 13 Julij'. Staat van het insluitingslegerVerbaal ged. 14 Juli).