Van Franse zijde worden nog veel imponerender getallen genoemd, die echter overdreven schijnen. In elk geval kon dit grote werk met de beschikbare krachten niet worden verricht; de 29e werden daarom 20 man per bataljon van het veldleger, totaal 2000 man, bij het beleg gedetacheerd. Die avond ging men met 2600 man aan het werk; reeds de 4e Augustus werd het gegraven kanaal 'door gestoken' een week later was het water nog wel niet weggelopen, maar toch zeer aanmerkelijk gezakt1). Ook ten Westen van de stad was intussen de waterstaatkundige toestand zover verbeterd, dat Schulenburg in de nacht van 30 op 31 Juli zijn parallel naar links over het riviertje (in de atlas van Fricx 'la Blanche' genoemd) kon uitbreiden. Bij beide attaques werd met kracht gewerkt aan het opwerpen der batterijen. Fagel had er reeds een bewapend en dacht in de nacht van de 3 ie al zijn artillerie in stelling te brengen, toen een onverwachte stagnatie intrad. Villars had de 31e een dreigende beweging gemaakt, zodat een veldslag niet uitgesloten scheen. In verband hiermee werden deze dag de trekpaarden opgevorderd om de veldartillerie, voor zover zij bij het beleg was ingedeeld, naar het leger te vervoeren, en tevens werd bevel ontvangen om 10 bataljons, vijf van elke attaque, gereed te houden om zich insgelijks bij het veldleger te voegen. Dienten gevolge kon de eerstvolgende nacht weinig worden verricht. Het gevaar dreef echter spoedig voorbijzodat reeds in de namiddag van de eerste Augustus de veldartillerie in het kamp terug was, en weder voortgang kon worden gemaakt. Ook de genoemde bataljons be hoefden niet te vertrekken. In de stad meende men dat een belang rijk detachement naar het leger was gegaan, en besloot men derhalve tot een uitval tegen de approches van Fagel, te ondernemen door twee compagnieën grenadiers, waarvan er een tijdens het beleg uit de dragonders was geformeerd. In de namiddag van 1 Augustus over vielen deze de Zuidelijke vleugel van de geallieerde stelling; zij drongen door in de tweede parallel en zelfs in een batterij van 7 stukken, die nog niet had gevuurd, en keerden terug met mede neming van een aantal Friese ruiters, welke de ruimte tussen de parallel en de inundatie afsloten. Het verlies der Fransen bedroeg 2 doden en gewonden. Dat der geallieerden is niet bekend, daar deze van de gehele uitval geen melding maken. Van veel betekenis is hij dan ook stellig niet geweest 2). De 2e Augustus arriveerde een convooi van 336 wagens met 639 Journal 28/29 Juli en vlg.Slothouwer 408; Murray V-85, 86. 2) Ivoy 31 Juli-1 Augustus; Verbaal ged. 4 Augustus; Fagel ad. Raad van State 31 Juli (R.v.St. 688); Murray V-87; Quincy VI-348. Voor de beweging van Villars van 31 Juli zie Hoofdstuk VIII.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1959 | | pagina 679