tussen aan de Zuidelijke rand der 'grote inundatie' was gebouwd, een enfi]erend vuur op de bedekte weg tegenover de attaque van Fagel. Dit vuur verwekte veel hinder in de Franse werken doch blijkbaar zonder dat de geallieerden hiermee bekend waren', daar het, tot verwondering van de Fransen, na 10 of 12 dagen'werd gestaakt. In de nacht van op 6 Augustus deden de Fransen met een com pagnie grenadiers een poging om de door de geallieerden aange brachte doorsnijdingen in de dijken te dichten, wat niet of slechts voor een klein deel gelukte. Bij de attaque van Fagel kwam in de nacht van de 6e op de 7e de derde parallel gereed. Nu men tot het glacis was genaderd, deed de noodzaak zich gelden, de vijandelijke mijngangen op te zoeken, die naar men wist onder het glacis aanwezig waren. Het sapperen ge schiedde daarom verder ondergronds, uit de aard der zaak in een veel langzamer tempo dan tot dusver. Reeds de Se werd hier, uitgaande van de derde parallel, mee be gonnen van nu aan werd met meer dan 400 man gewerkt in zeven, weldra twaalf mijngangen en gedekte sappeshet verschil was, naar men uit de beschrijvingen moet opmaken, alleen dat de eerste op grotere diepte lagen, en dat in de sappes van afstand tot afstand lucht gaten waren uitgespaard. Intussen werd de intensiteit van het artillerievuur sterk ver minderd, zowel om het beschadigen van de eigen sappes te ontgaan, als omdat de verdedigende artillerie voorlopig tot zwijgen was ae' bracht, en het bresschieten eerst vanaf de contrescarp zou kunnen beginnen. Het duurde echter geruime tijd eer de sappeurs iets van de vijandelijke mijngangen ontdekten; blijkbaar strekten deze zich minder ver uit dan men, afgaande op mededelingen van manschap pen, die voorheen aan de gangen hadden gewerkt, had mogen ver wachten. De eerste tien dagen viel dan ook aan deze zijde weinig lijzonders voor; de 14e hoorden de Franse mineurs voor het eerst die der tegenpartij werken tegenover het bastion St. Ignatius (11); deze waren toen reeds tot dicht bij de palissaden genaderd Meer bedrijvigheid heerste bij de attaque van Schulenburg. Een uitval, met 50 grenadiers in de avond van de 7e ondernomen, waarbij een luitenant met een voortroep van 20 man aanvankelijk succes had, liep vruchteloos af doordat de overigen zich terug hielden. Een slecht figuur sloeg ongeveer ter zelfder tijd ook de bezetting van de lunet 32 bij de poort van Arras: zij nam zonder 641 h Fagel a. d. R.v.St. 7 Augustus I.e.Feldzüge XII-i99Journal j, 14 Augustus; Ivoy 3-8 Augustus.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1959 | | pagina 681