ravelijn 32 ontruimd, toen de belegeraars de verbinding met de contrescarp dreigden af te snijden. Op de veroverde saillanten waren kanon- en mortierbatterijen gebouwd; de resterende wapen plaats was ondermijnd en alles gereed voor de bestorming, evenals voor het bresschieten. Na het vermeesteren der wapenplaats zou van daaruit ook de courtine in bres gelegd kunnen worden, waarna, in aanmerking genomen de droge gracht, de stad zeker ernstig gevaar zou lopen. Alles tezamen genomen kon de verdediging hier ten hoogste nog een paar dagen duren1). Aan de zijde van het kasteel mocht zonder een ongewettigd optimisme niet op een spoedig succes worden gerekend, hoewel het verlies van de bedekte weg reeds des nachts van de 20e door noodsignalen op de stadstoren was kenbaar gemaakt. Het ging voornamelijk om de bemuurde lunet 40 en het aarden werk 22. De descentes naar de eerste waren de 27e gereed, doch het vullen der gracht was nog niet begonnen. Bovendien was zij door een zeer brede en diepe gracht van het kasteel gescheiden. Ook de gracht voor het werk 22 was een zware hindernis. De gracht tussen dit werk en het kasteel was daarentegen smal en ondiep, en zou bij een voortgezette beschieting zeker nog ten dele gedempt worden door het puin der muren. Het kasteel zelf zou weinig weer stand kunnen bieden; er was reeds een tamelijke bres, en een der torens was zelfs reeds geheel omlaag geschoten. In de morgen van de 27e was begonnen met het leggen van een fascinedam in de gracht naar het aardwerkbij de diepte der gracht en het welonderhouden vuur der verdedigers maakte het werk echter weinig vordering. Landsberg, die bij deze attaque was ingedeeld, was zelfs van oordeel dat de vijand, indien hij enige batterijen had opgesteld in de nog in zijn bezit zijnde buitenwerken, het passeren der gracht geheel onmogelijk had kunnen maken. Hoe het zij, Vauban achtte het niet raadzaam, te wachten tot de overgang voltooid zou zijn, daar hij in dit geval voor een bestor ming van het aardwerk en het kasteel beide beducht was. Daarbij kwam de verzwakking en uitputting der bezetting door de gestadige kogel- en bommenregen en zware wachtdiensttenslotte ook het intredende gebrek aan geweren, vuurstenen en lood 2). Kort te voren hadden de geallieerden de tijding ontvangen van de schitterende overwinning, door Starhemberg behaald bij Almenara. 649 Voor die attaque van FagelFagel a. d. R.v.St. 18 Aug. (R.v.St. 688), id. a. d. Staten-Generaal 2i, 25 Augustus (St.Gl. 50296); Verbaal ged. 18-25 Augustus; Ivoy journaal 15-27 Augustus; journal id. Voor de toestand op de 28eMurray 114. 2) Voor de toestand der vesting: Journal 27 Aug. a.w. verslag van de die dag gehouden krijgsraad. Landsberg, Nouv. Manière 50-52. Feldzüge XII, 209, 210.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1959 | | pagina 689