vleugel geschieden, die hiertoe een ongeveer 3 km lange flankmars
achter de slagorde moest maken. Het schijnt, dat de beweging, on
danks het gordijn van rook en kruitdamp, uit de Franse stelling is
waargenomen, en dat met name de generaal Gassion er Villeroy
opmerkzaam op heeft gemaakt. Dat de Franse bevelhebber niet tijdig
tegenmaatregelen heeft genomen, wordt algemeen als zijn grootste
misslag en als de hoofdoorzaak van het verliezen van de slag be
schouwd. Villeroy heeft te veel aandacht aan de strijd om de dorpen
en aan zijn linkervleugel besteed, misschien ook onder invloed van
het schrijven van de koning van 6 Mei, waarbij deze hem had aange
raden 'avoir une attention particulière a ce qui essuiera le premier
choc des troupes anglaises'.
Van de beweging zelf weten wij wederom weinig afnoch het
tijdstip, noch de sterkte, zijn met zekerheid bekend. Als vaststaand
mag men wel aannemen, dat het gaat om de 21 eskadrons der tweede
linie; mogelijk is ook een deel der eerste linie overgebracht; wij
vinden althans vermeld, dat alleen de Engelse ruiterij op de rechter
vleugel achterbleef.
Vast staat in allen gevalle, dat Marlborough aan het hoofd der
Staatse ruiterij gechargeerd heeft aan de zijde van Ramillies, op een
ogenblik waarop enige vijandelijke eskadrons de eigen linies door
braken. Bij het nemen van een holle weg of andere oneffenheid ge
raakte hij van zijn paard, en de kans bestond dat hij de vijand in de
handen zou vallen.
Het vuur van een der Zwitserse bataljons van Albemarle, die
door de brigadier Murray werden aangevoerd en blijkbaar in de
strijd om Ramillies waren gewikkeld, dreef de aanvallers op de
vlucht. De Zwitserse kapitein Constant de Rebecque zou de her
tog op de been hebben geholpen, die daarop het paard besteeg van
een der officieren van zijn gevolg, Molesworth genaamd. Het in
cident stelde hoge eisen aan de koelbloedigheid van de opperbevel
hebber, vooral toen, op het moment van opstijgen, de kolonel Bing-
field, die de stijgbeugel vasthield, door een kanonskogel het hoofd
werd afgeschoten.
Met ijzeren kalmte bleef de hertog nochtans zijn bevelen geven,
de toestand overzien en de slag leiden.
De aankomende versterkingen brachten de cavalerie thans tot ten
minste negentig eskadrons. Tegen de druk dier ruitermassa, nu op
vier linies geformeerd, was de dapperheid van het Maison du Roy,
noch van de Beierse kurassiers noch van andere regimenten langer
opgewassen. Te meer was dit het geval, doordat de tweede linie noch
tot ondersteuning, noch tot opname van teruggaande eskadrons
44