Zo juist zagen wij, dat er meer dan 2000 geweren werden gevonden,
doch 'meest defect'. Levensmiddelen waren er nog genoeg. Deze
mededelingen stellen des Rocques in het gelijk, die van oordeel is,
dat indien men meer troepen voor het beleg had bestemd, zodat
drie attaques geformeerd hadden kunnen worden, de stad eerder
genomen zou zijn, doordat de gevechtskracht der slechts matig
sterke bezetting eerder zou zijn uitgeput1).
Alvorens het verhaal van de veldtocht te vervolgen, willen wij
thans zien wat intussen te velde had plaats gevonden.
GEBEURTENISSEN TE VELDE
Wij zagen, dat ten tijde van het overgaan van Douai het Franse
leger nog in zijn stelling lag van Oisy tot Monchy le Preux. Toen de
geallieerden op 10 Juli hun mars in Westelijke richting aanvingen,
wat een duidelijke bedreiging van Arras inhield, schoof Villars nog
de zelfde dag Westwaarts op, en kwam met zijn linkervleugel tot
Agny aan de Crinchon (het riviertje dat bij Arras in de Scarpe valt),
met de rechter bij Biache. Wanneer dan de 12e de bondgenoten
hun mars voortzetten tot in de lijn Celers-Aubigny, moest Villars
enerzijds met een mogelijke omtrekking van zijn linkerflank rekening
houden, anderzijds ook met een voortzetting der operaties in de
richting van de kust, in verband met een eventuele landing in de
streek van Abbeville. Met het oog op eerstgenoemde mogelijkheid
deed de maarschalk zijn leger de 12e stelling nemen achter de
Crinchon, met de rechtervleugel aangeleund aan Arras, de linker
naar de zijde van Miraumont, het hoofdkwartier bij Agny. Met spoed
liet hij in deze lijn versterkingen opwerpen. Op deze wijze was de
geallieerden de kans op insluiting van Arras ten enenmale benomen,
tenzij na het forceren van het vijandelijk leger in zijn stelling achter
de Crinchon. Dat zij hiertoe zouden overgaan was, bij nagenoeg ge
lijke sterkte van de beide legers, en na de ervaringen van Mal-
plaquet niet waarschijnlijk. Voor het geval dat de geallieerden zich
naar de kant van Hesdin zouden richten, zond de maarschalk de
i^e Broglie naar deze stad met enige bataljons en 2^00 paarden,
tevens om de kustplaatsen te dekken. De garnizoenen van Calais
en Ardres werden versterkt, en te Duinkerken een zestal ga-
HOOFDSTUK VIII
Lambert aan Voysin, Bethune 12 September 1710 (Guerre A1 2224, nr. 208).
6y2