rechtervleugel bij Terouanne, de linker bij Lillers. Eugenius vestigde zijn kwartier te Blessie, Marlborough in de abdij van St. André. Hier werden, volgens een memorie van 4 September, welke men in het journaal van Ivoy aantreft, de beschikkingen voor de belegeringen uitgegeven. Het beleg van St. Venant zou gecommandeerd worden door de Prins van Oranje met twee luit.-generaals, vier generaal-majoors en vier brigadiers van de infanterie en een brigadier van de cavalerie, en een troepenmacht van 20 bataljons en 4 eskadrons. Dat van Aire door prins Leopold van Anhalt-Dessau met vier luit-,generaals, acht generaal-majoors en acht brigadiers van de infanterie, en 40 bataljons, waarvan 20 aan elke kant van de Lys. Voor St. Venant zou één- voor Aire twee attaques geformeerd worden; daarom werden artillerie, munitie, en het aantal ingenieurs en mineurs in drie gelijke delen verdeeld, waarvan er twee voor Aire, een voor St. Venant zouden dienst doen. Tot dekking van de belegeringen aan de Vlaamse kant kreeg Albemarle het bevel over 40 eskadrons ten Noorden van de Lys; ook de 6 eskadrons van Johan Willem Lriso kwamen onder zijn bevel1). De 6e worden de beide vestingen ingesloten. Bij St. Venant komen 7 bataljons en 3 eskadrons ten Noorden van de Lys, de overige troepen ten Zuiden dier rivier. Het hoofdkwartier van de prins, het garde-bataljon Oranje Lriesland, het eskadron gardes du corps en het artilleriepark komen te St. Lleury, waar ook de gemeenschaps- brug over de Lys zich bevindt. Bij Aire komt, in afwijking van de aanvankelijke beschikking, het merendeel der troepen ten Noorden van de Lys wegens de plaatselijke gesteldheid. Alleen aan de Noord zijde wordt een betrekkelijk vluchtige circumvallatie aangelegd; ten Zuiden der rivier verschaft het observatieleger een afdoende beveiliging. Bij St. Venant blijft elke circumvallatie achterwege. Wat de artillerie en munitie aangaat, hiervan lag reeds een grote hoeveelheid gereed te Meenen. Door de zorg van Vegelin was hiervan een convooi samengesteld, dat de 8e gereed was. Van hier moest het over de Lys vervoerd worden tot Merville, aldaar ont- x) 'Memorie wegens de belegeringen van Aire en St Venant, gemaakt tot St André den 4 Septem ber' (Journaal van Ivoy). Lijsten der gen8 en bat8 bij de belegeringen van Aire en St. Venantbrieven van Sevenhoven, Archief Twickel. 'Disposition des trouppes, comme elles sont campées icy a la circonvallation du siège de St Venant le 10 Septembre 1710' (Bijlage bij miss v. d. Prins v. Oranje a. d. St.Gl. 11 September 1710: St.Gl. £o29b); 'Lijste der generaals en troupes van den Staat, ge- employeert tot de belegeringen van Air en St Venant' (Bijl. bij verbaal ged. 9 September). Voorts de kaart bij Fricx. De genoemde bronnen verschillen in enkele opzichten. Johan Willem Friso had zich aanvankelijk verzet tegen de achterstelling bij zijn oom, doch had zich neergelegd bij de in deling, na de aandrang, door de Prinsen en gedeputeerden op hem uitgeoefend. (Vegelin, Relaas f.56). 662

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1959 | | pagina 702