Al deze werkzaamheden werden met veel enthousiasme verricht. Vooral de goede berichten uit Spanje, die op een spoedig einde van de oorlog deden hopen, droegen hiertoe bij. Nadat nog onlangs voor Bethune victorie was geschoten wegens Starhembergs over winning bij Almenara, die een maand eerder was behaald, kwam in deze dagen het bericht van de schitterende zege, welke 20 Augustus bij Saragossa was bevochten. Ook dat het weer zich goed hield was waarschijnlijk niet zonder invloed op de opgewekte stemming. Nadat de eerste tien dagen met de voorbereidende werkzaam heden waren verstreken, werden in de avond van 16 op 17 Septem ber door 2000 arbeiders en onder dekking van vier bataljons de loopgraven geopend. Er werd een linie van 480 pas opgeworpen, benevens een achterwaartse communicatie van ruim 1000 pas. De hierbij geleden verliezen zijn aanmerkelijk hoger dan gewoonlijk bij het openen der loopgraven het geval was, n.l. ongeveer 1^0 doden en gewonden, wat aan twee oorzaken is toe te schrijven1). Ten eerste was de linie op korte afstand van de contrescarp aangelegd, n.l. omstreeks i^o pas, in plaats van de gebruikelijke 300 a 400 pas. Voorts schijnen de regeling van het aantreden, afmarcheren, indelen en opstellen van de gravers en het markeren van de te maken linies te wensen te hebben overgelaten, zodat eerst tegen middernacht het ingraven kon beginnen, toen de vijand het werk bespeurde en een hevig geschut- en musketvuur opende 2). Intussen had deze korte afstand, welke drie of vier dagen werk uitspaarde, ten gevolge, dat nadat overdag de loopgraven naar ge woonte waren 'geperfectionneert'reeds de volgende nacht met het sapperen naar de gracht kon worden begonnen; de daarop volgende nacht bereikten de sappeurs reeds de grachtsboord, waar zij de vierde en vijfde nacht een logement van schanskorven bouw den. Intussen was ook de artillerie, die met grote moeite tot de pontonbrug bij St. Fleury was opgesleept, ontladen en in stelling gebracht, en des morgens van de 21e opende een batterij van zes stukken het vuur om 's vijands geschut te demonteren. In de nacht van 21 op 22 September werd de attaque naar rechts uitgebreid over de Robeek, en een loopgraaf begonnen in de richting van de 'contregarde'tevens werd een aanvang gemaakt met het bouwen van twee ketels, elk van zes mortieren 3). 66y Quincy VI-372 neemt het verhaal der Eur. Merc. (p. 243) woordelijk over, doch vergroot alleen de verliezen van 150 tot 240 man. 2) De Selve, w.s. aan Voysin, St Venant 17 September (Guerre A1 2224 nr. 223). Bepalingen door de Prins van Oranje gemaakt voor de dienst in de loopgraven bij Slothouwer, Bijlage II (p. 437)- 3) Joh. W. Friso a. d. R.v.St. 22 September.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1959 | | pagina 705