was reeds een logement van 60 schanskorven op het glacis tot stand gebracht. Het verlies bij het leggen der bruggen viel mee, doordat de actie tegen de contregarde het meeste vuur van de vijand tot zich trokjuist met dit doel hadden de belegeraars aan die kant de meeste 'toestel' gemaakt. De bruggen werden vervolgens verbeterd en tegen flankvuur van blinden voorzien. In de nacht van 26 op 27 September werd het linker logement verder uitgebreid. Nauwelijks waren de werkers hiermee bezig of er volgde een krachtige uitval die echter, hoewel enige schanskorven omver werden gegooid, door het vuur uit het logement langs de gracht werd teruggewezen. Nadien volgden nog drie kleine uit vallen, die de voortgang van het werk evenwel niet konden be letten x). De volgende dag werd het vuur met grote hevigheid voortgezet, en o.a. bres geschoten in de punt van de contregarde, echter nog niet in die mate dat het werk rijp was voor een bestorming. De 28e 6 uur des avonds geschiedde ten slotte de bestorming zowel op de contregarde als op de rechter saillant van de contrescarp, onder bevel van de luit.-generaal Murray, generaal-majoor Hamilton en brigadier Cronström. Op beide punten stormden 80 grenadiers, gevolgd door 1^0 fuseliers en 300 arbeiders 2). In de contregarde bleken slechts een 12 man achtergelaten te zijn, die spoedig de vlucht namen. Bij het maken van het logement werden echter verliezen geleden door het vuur uit de achterwaartse werken, en ook de communicatie van het logement, waartoe een coupure in de borstwering moest worden gegraven, stuitte op moeilijkheden, doordat deze laatste uit fascines bestond, 'daer men met de schop niet door konde komen'. Bij de genoemde saillant waren de belegeraars minder voor spoedig. Wel werd de vijand bij de eerste aanloop uit zijn post, welke hier in een soort vóór-contrescarp bestond, verdreven, doch terwijl men bezig was, het reeds gevormde logement met schans korven uit te breiden, verdreef een tegenaanval de bestormers, zodat ook de arbeiders het werk moesten verlaten. Zij handhaafden zich echter in hun logement, dat nog in de loop van de nacht werd vergroot, ondanks het 'continueel' vuur van alle kanten. Ook op de linker saillant moet ter zelfder tijd zijn gestormd, met een kleine uitbreiding van het logement als resultaat. De belegeraars hadden blijkbaar besloten, dat er nu maar een eind aan het beleg moest komen, want de 29e werd het sapperen 667 J. W. Friso a. d. St.-Gl. 29 September. 2) Eur. Mere. 247, 248.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1959 | | pagina 707