zelfs overdag voortgezet. De vestingcommandant van zijn zijde
achtte het niet geraden een tweede storm af te wachten; te minder
omdat munitiegebrek, voornamelijk aan kogels en lood, zich deed
gevoelen. Erkend moet trouwens worden dat de verdedigers, met
twee uitvallen, diverse tegenaanvallen en een actieve verdediging
van de contrescarp, gedaan hadden wat men redelijkerwijs van hun
zwakke krachten mocht verwachten.
In de namiddag vier uur van de 29e September liet de Selve de
chamade slaanna het wisselen der gijzelaars en enig onderhandelen
werd de 30e 11 uur des morgens de capitulatie getekend. Krachtens
deze trok het garnizoen, ruim 2000 man sterk, met krijgseer uit
naar Arras. De troepen waren slecht gemonteerd, doch bestonden,
naar de Prins van Oranje getuigt, uit zeer goede officieren en
soldaten. In de stad vond men 7 kanonnen, -)- 1300 kogels van 12,
8, 4 en 2 pond, 4000 pond musketkogels, 20 000 pond buskruit,
I4°° gevulde handgranaten en ongeveer 1000 oude defecte snap
hanen x).
De tijding der capitulatie werd naar Den Haag gebracht door de
kapitein Mosburger, adjudant-generaal van Johan Willem Friso.
De verliezen der bondgenoten waren niet onbetekenend, n.l. 170
doden en 730 gewonden; volgens een andere opgaaf 188 doden en
834 gewonden 2). De strijd was kort maar hevig geweest, en de
belegeraars komt de eer toe van met kracht en voortvarendheid
hun taak te hebben verricht; het beleg van St. Venant is het
enige van dit jaar geweest dat geen tegenvaller is geworden.
Van de verliezen der belegerden vinden wij geen zekere berichten.
Gouverneur der plaats werd de directeur der approches de Bruyn,
die tijdens het beleg de leiding der werken had gehad.
668
1) J°h- W. Friso a. d. St.Gl. 2 October met verlieslijst, zie Bijlage gy. Volgens Ivoy werden 9
metalen en 2 ijzeren stukken in de plaats gevonden.
Het eerste volgens de verlieslijst, het laatste bij Slothouwer p. 4*7» w.s. uit het journaal van
Johan Vegelin.