ruineert', o.a. vijf kruitschepen, die met geweldige slagen in de
lucht vlogen. Ook enkele met koopmansgoederen voor particuliere
rekening werden verbrand. Een secours van 4^0 man uit Kortrijk
en Meenen kwam te laat om redding te brengen en keerde onver-
richterzake terughet zou vermoedelijk toch weinig hebben kunnen
uitrichten. Uit het leger was nog de brigadier Mosbach met 800
ruiters afgezonden ook al een onvoldoende aantal - om de Fransen
op hun terugtocht te onderscheppen. Hij verraste Ravignan te
Rousselaere, en chargeerde in de mening, met een kleine achter
hoede te doen te hebben. Toen bleek, dat hij op het gehele detache
ment was gestoten, trok hij haastig en met enig verlies door geweer
vuur terug naar Kortrijk.
De Lys was tijdelijk versperd, en tot in het begin van October was
men nog bezig, de wrakken op te ruimen. Hierbij werd van de
ongeladen bommen en granaten nog een groot deel teruggevonden,
evenzo vijf van de zes metalen kanonnen. Echter was ruim 100 000
pond buskruit verloren gegaan. Voor de Fransen, in en buiten Aire,
was het gebeurde een groot moreel succes, te meer omdat men zich,
zoals gewoonlijk, van de aangerichte schade een overdreven voor
stelling maakte. De Staten leden, afgezien van het verloren materi
eel, aan onkosten van het opruimen en opvissen en vergoedingen
voor de schepen een verlies van 100 000 rijksdaalders1).
Voor de geallieerden was het gebeurde een aansporing, op hun
hoede te zijn voor eventuele verdere aanslagen. De commandanten
te Marchiennes, St. Amand en Mortagne werden gewaarschuwd
goede wacht te houden. De 22e deden 9 Franse eskadrons inderdaad
een poging om het dorp Rebeek, aan de Noordoever van de Lys,
waar enige generaals hun kwartier hadden, te overrompelen. Dank
zij de flinke houding van de wacht, die weerstand bood tot het piket
te hulp kwam, eindigde de aanval met zwaar verlies voor de
Fransen, die tegen de 200 gevangenen benevens veel paarden
verloren 2).
67 s
Verbaal ged. 22 September; Slothouwer Bijlage III (p. 439-44^); Murray V-14^, 164, i6£, 167;
Cunningham te Kortrijk a. d. Raad van State, 21 September (R.v.St. 689). 'Relation de la Cam
pagne de 1710', p. 1 £9-163. Van Franse zijderelaas in Guerre A1 2224, nr. 220Hooke aan Voysin,
Yperen 20 September (id. nr. 221). De krijgsgevangenen werden de 26e teruggezonden, ten getale
van 609 man, na te Ieperen zeer humaan behandeld te zijn. Marlborough schrijft dienaangaande: 'In
the heat of the action many of them were stripped naked by the French, and as soon as they came in,
the town gave them four hundred shirts, clothed those that were naked, and provided them with
warm provisions every day during their stay; and as those of the garrisons of Bruges and Ghent had
the furthest to go, some of the soldiers being lame with walking barefoot, M. le Blanc, the inten-
dant, gave those two garrisons a boat to carry them home by water'. Hieruit blijkt dat het z.g. uit
schudden van gevangenen nog vrij algemeen was. Zeer algemeen was ook het uitschudden en plun
deren van de gesneuvelden. Een en ander is eerst verboden bij het z.g. Landoorlogsreglement van
1899 (ingevolge art. 4, resp. art. 19).
Eur. Mere. 28^; Murray V-161. Uitvoeriger in 'Relation de la Campagne de 1710', p. 163-164.